I r 56 Daardoor is het aantal malen, dat er onderzoek is verricht, aanmerkelijk grooter dan het aantal opgeroepen kinderen het bedraagt 4199. Dit betreft slechts de nieuwe leerlingen der openbare lagere scholen, die door den schoolarts zijn ontboden. Wanneer men bedenkt, dat daarenboven dagelijks moeders met kinderen op ons bureau komen om onzen raad in te winnen, dat verder de meeste hoofden van scholen in dubieuse gevallen de kinderen tot ons zenden, dat in ’t algemeen toch dagelijks ten minste 3 maal een extra-onderzoek plaats vindt, en dat ten slotte alle kinderen, die vooreen Vacantie- kolonie in aanmerking komen, ’t zij in de stad ’t zij buiten, eerst door de schoolartsen worden onderzocht, dan mag men ongetwijfeld aannemen, dat in den afgeloopen cursus ten minste 5000 maal een onderzoek plaats had op ons bureau. Bovendien wordt van alle nieuwe leerlingen der 1ste en 2de klasse scholen de gezichts- en gehoorsscherpte nagegaan. Dit onderzoek vindt plaats in de schoolgebouwen, daar ons bureau daartoe geen geschikte localiteit bezit. Door de vermeerdering daartoe van het schoolartsenpersoneel beter in staat gesteld, heb ik in de maanden October en November 1910 alle scholen, één voor één, aan een volledige inspectie onderworpen. Bij dit onderzoek werden in hoofdzaak alleen die kinderen meer speciaal nagegaan, die langer dan 3 jaren de school hadden bezocht, omdat bij deze kinderen nog geen systema tische contröle plaats gevonden had. Het enorme aantal kinderen maakt dit onderzoek natuurlijk slechts oppervlakkig, maar toch vonden wij termen om 954 kinderen van 24 scholen, met één der ouders aan ons bureau te ontbieden om een nauwkeuriger onderzoek te ondergaan. Van de niet in dit overzicht opgegeven scholen vond dit nadere onderzoek in Januari en Februari 1911 plaats, zoodat hiervan de resultaten eerst later kunnen worden meegedeeld. Ten einde een dusdanig onderzoek ook voor het vervolg op vaste leest te schoeien, daar het natuurlijk op gezette tijden herhaald zal worden, werd een Register ingevoerd, genaamd Register B, waarvan op alle scholen een exemplaar aanwezig is. De onderwijzers schreven daarin de namen der leerlingen, voor wie zij om een of andere reden een speciaal onderzoek noodig oordeelen, met opgave van reden daarvan, terwijl de schoolarts daarachter zijn bevinding en casu quo ook de maatregelen schrijft, welke hij aanbeveelt. Ook deze inrichting heeft, door het groote voordeel der snelheid, goed voldaan. Slechts op één school vonden wjj Register B. ingevuld, toen wij onzen rondgang begonnen. 6 VERSLAG GEMEENTELIJKEN SCHOOLARTSENDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 1604