56
9
Groot is het getal der scrofuleuse kinderen en dat der
anaemische. Met scrofulose was 25 pCt. der kinderen behept.
Zeer voorzichtig waren wij in onze diagnose, waar wij ge
zwollen halsklieren vonden en tegelijkertijd onreine hoofden
of eczema capitis.
Aan manifeste tuberculose leden 9 kinderen verdacht er
aan te lijden waren er 42. Deze getallen zijn niet bijzonder groot,
maar men vergete niet, dat chronische bronchitis, hoesten,
nachtzweet en scrofulose met de voorgaande 2 rubrieken
na verwant zijn.
Aan oxyuris en aseavis leden 46 kinderen, voor zoover
de moeders er over klaagden. Dit is voor den schoolarts een
dankbare rubriek, want zijn raad wordt in dezen met graagte
aanvaard.
Achterlijk waren 25 kinderen. Het meerendeel dezer wacht
op het 2de schooljaar om, zoo mogelijk, toegelaten te worden
op een buitengewone school voor Lager Onderwijs (zwak
zinnigen).
Over twee kinderen klaagden de moeders wegens volkomen
abnormale neigingen, zich uitende in woorden en daden.
Vrij belangrijk is ook weer de rubriek „Enuresis”, totaal
134 gevallen, ook hier vindt het advies van den schoolarts
een zeer gunstig onthaal, te meer, daar het zoo gemakkelijk
op te volgen is.
Wegens vulvovaginitis werden eenige kinderen van school
verwijderd. Allen werden naar een specialist gezonden. Bij
verschillende kinderen bleek gelukkig deze vulvovaginitis
niet van infectieusen aard te zijn.
Bij de oogaandoeningen vinden wjj, dat er 188 kinderen
scheelzien en 178 lijden aan myopie, astigmatisme of hyper-
metropie.
Meer of minder doof waren 150 kinderen. Slechts een
klein deel van dezen zou eventueel in aanmerking komen voor
een „School voor Hardhoorenden”.
Het meerendeel leed tegelijkertijd aan adenoiden, welke
rubriek een groot percentage oplevert (620).
Otorrhoea kwam in 50 gevallen voor. Ik meen ei’ op
te moeten wijzen, dat al te vaak deze kinderen op school
komen, zonder behandeld te worden, zonder zelfs watjes
in de ooien te dragen. Er waren meerdere kinderen, wien
de etter langs de ooren liep. Behalve het infectiegevaar,
dat er aan verbonden is, gaat dit lijden doorgaans gepaard
met hevigen stank, welke voor andere kinderen en het
onderwijzend personeel zeer onaangenaam moet zijn.
De rubriek „slechte tanden”, geeft slechts een paar ge
vallen aan, waar het bederf buitengewoon was.
Daar zjj juist aan het begin der wisseling van het gebit
VERSLAG GEMEENTELIJKEN SCHOOLARTSENDIENST.