I
57
3
Samenstelling der Commissie.
Door het overlijden van het lid der Commissie den heer
G. P. Post verloor de Commissie een zeer ijverig lid, wiens
medewerking op hoogen prijs werd gesteld.
In zijne plaats werd de heer E. de Vries, hoofd der
diaconieschool aan het Westeinde benoemd.
M
den, totdat geheel aan de eischen der verordening zal zijn
voldaan.
Ten aanzien van art. 5 van genoemde verordening meent
onze Commissie aan Uwen Raad het volgende in overweging
te mogen geven.
Doof de subsidie eenigszins te verhoogen, b.v. met f 150.ā
per school, zou de verordening ook op kleinere bewaarscholen
een heilzamen invloed kunnen hebben. Gebonden als het
thans is aan het aantal onderwijzeressen kan het subsidie
moeilijk worden verhoogd en het komt onzer Commissie
daarom doelmatig voor, voor de inrichting der school zelve
ook een bedrag vast te stellen.
In het eerste lid van art. 5 zou dan moeten gelezen
worden
a. voor de inrichting der school als zoodanig f 150.ā
b. voor het hoofd eener school enz.
c. voor elke onderwijzeres enz.
De Commissie bestond aan het einde van 1910 uit de
volgende leden
Dr. J. Th. Mouton, voorzitter, lid van den Gemeenteraad;
Dr. J. J. Pigeaud, schoolarts;
Dr. .1. W. H. Wijsman, assistent-schoolarts
J. W. de Jongh, hoofd eener openbare lagere school;
H J. v. d. Kraan, hoofd eener openbare lagere school;
Mej. G. Lieffering, hoofd eener gemeentelijke bewaarschool;
Mej. M. Heeremans, hoofd eener bijzondere bewaarschool;
Jonkvrouwe W. van Panthaleon, baronesse van Eek, lid
van de PI. Commissie v. Toezicht, L. O.;
Mejuffrouw C. E. M. Brouwer Huizinga, lid van de PI.
Commissie van Toezicht, L. O.;
E. de Vries, hoofd eener bijzondere school;
Als secretaris was haar toegevoegd de ambtenaar ter
secretarie J. A. Tuin.
VERSLAG BUZ. GESUB. BEWAARSCHOLEN.
t
Iā
't