163
geneesheeren, de heeren Dr. E. Tasset en Dr. M. van
de Loo, werden in den loop des jaars op hun verzoek
eervol ontslagente hunner vervanging werden benoemd
de heeren Dr. Jos, Warndoff en Dr. P. J. A. Neyzen.
In het College van Regenten hadden de volgende
mutatiën plaats: Ter vervulling der vacature van onder
voorzitter, ontstaan door het overlijden van den heer
Mr. J. G. S. Bevers, werd benoemd de heer Mr. E. R.
H. Regout, die zich later door gewichtige ambtsbezig
heden verplicht zag én als onder-voorzitter én als Regent
te bedanken. In diens plaats werd benoemd de heer
Mr. A. P. L. Nelissen, die ook de benoeming tot vice-
president aannam. De heer L. J. M. Krul zag zich
eveneens door veelvuldige bezighedén verplicht ontslag
als Regent te nemen. In deze vacature was aan het
einde des jaars nog niet voorzien.
In de Diaconesseninrichiing „Bronovo” werden verpleegd
1022 patiënten, waarvan 16 in het „Rusthuis” en 41 in
„Bethesda”.
Overleden zijn 54 patiënten, n.l. 45 in de Inrichting
en 9 in „Bethesda”.
Het aantal verpleegdagen bedroeg in de Inrichting
24040, in het Rusthuis 4557 en in „Bethesda” 9002,
totaal 37599 verpleegdagen.
In de verschillende wijken der Gemeente werkten
7 verpleegsters, die 30-000 bezoeken bij on- en
minvermogenden brachten.
In de Sophiastichting te Scheveningen welke inrichting
op 17 Juni j.l. haar dertigjarig bestaan herdacht
waren op 1 Januari 1910 aanwezig 27 jongens en 18
meisjes; gedurende 1910 werden opgenomen 51 jongens
en 47 meisjes, zoodat dus in 1910 verpleegd werden
143 kinderen. In 1910 wrerden ontslagen 60 jongens en
48 meisjes; derhalve bleven op 31 December 1910 in
behandeling 18 jongens en 17 meisjes. Het aantal ver
pleegdagen bedroeg: 18545.
Van de in 1910 opgenomen kinderen behoorden 53
tot den Ned. Herv. 19 tot den R.K., 5 tot den Oud-
Roomschen, 4 tot den Israelietischen, 2 tot den Ev.
Luth., 2 tot den Doopsgezinden en 1 tot den Chr. Geref.
Godsdienst. Afkomstig waren uit ’s-Gravenhage 28,