f. Schepen.
g-
HOOFDSTUK XIII.
i
Middelen van vervoer te lande.
B.
Vervoer.
1.120
1.389
Onder letter c. van dit hoofdstuk treft men daarom
trent eenige bijzonderheden aan.
Inrichtingen, in verband staande met de uitoefening
van handel en andere bedryven.
rijtuigen
goederenwagens
1909
1.368,376
1910
1.607,113
Reizigers
Goederen in eenheden van 1000
K.G
Zomerdienst: 13.
Winterdienst: 6.
23.
9. (inclusief 3 ba
gage-wagens).
Omtrent de uitkomsten der exploitatie van de ver
schillende spoor- en tramwegen en omnibusdiensten
kunnen wij het volgende mededeelen:
Hieromtrent zijn
gedeeld.
Van de Maatschappij tot exploitatie ran Staatsspoorwegen
ontvingen wij omtrent de stoomtram Den Haag—
Scheveningen de volgende opgaven
Aantal locomotieven
Heederijen, compacten, schippersgilden en
zeenianscollegiën.
ons geene bijzonderheden mede-
A. Middelen van vervoer te water.
Onder 7 van het verslag- der Kamer van Koop
handel en Fabrieken treft men aan eene opgave van de
stoomboot- en scheepvaartdiensten, zoomede de markt
of dorpschuiten, varende in geregelden dienst, tusschen
deze gemeente en andere gemeenten des Rijks.
2’»8
r
r