By lage 1 1 a. Toestand van het gebouw. In den toestand van het gebouw is sedert het vorig jaar verslag verscheen geene verandering gekomen. Het gebrek aan plaatsruimte deed zich dit jaar bij toe neming gevoelenhet bleek niet mogelijk te zijn het groote aantal leerlingen, dat zich ook thans weder voor het genieten van onderwijs aan het conservatorium aanmeldde voor zooverre het aan de gestelde eischen van het toelatings examen redelijkerwijze voldeed in zijn geheel toe te VERSLAG aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsdie Zaken over den toestand van het Koninklijk Conservatorium voor Muziek te ’s-Gra- ■venhage over het jaar 1910. Overeenkomstig het voorschrift van artikel 9 van het Reglement hebben wij de eer Uwe Excellentie het navolgende te berichten. Aan de Commissie van Toezicht ontviel den 9en Mei 1910 door den dood haar Voorzitter de heer Mr. C. Fock, die gedurende meer dan dertig jaren op uitnemende ■wijze de belangen van het Conservatorium had behartigd. Nadat de Commissie van Toezicht door de benoeming van den heer Mr. C. Th. van Deventer tot haar medelid bij besluit van Uwe Excellentie dd. 11 Augustus 1910 weder voltallig was geworden, werd in de vergadering van den 12en October daaraanvolgende Zijne Excellentie Gep. Luit.-Gen. A. Kool, tot op dien tijd onder-Voorzitter onzer Commissie, tot Voor zitter benoemd en in diens plaats tot onder-Voorzitter de heer Jhr. Mr. C. H. Beelaerts van Blokland.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 291