12 Naar aanleiding van de rekening van de Duinwaterleiding over 1910 hebben B. en W. de eer het volgende op te merken: Het winstsaldo, dat over 1909 f 180.883,47 bedroeg, be draagt over 1910 201.724,38 en is dus f 20.840,91 of ruim H */z meer. De baten (zonder de „Buitengewone Ontvangsten”, die er in het verslag over 1909 onder opgenomen waren) zijn rond f 57.500 of ruim ö'/z meer. De post „Te leveren duin- REKENING van de Duinwaterleiding over het jaar 1910. Zoowel voor de Duinwaterleiding als voor de andere bedrijven is het administratief gedeelte van het verslag over 1910 anders ingericht dan in vorige jaren. In de eerste plaats is voor de verschillende bedrijven in bedoeld gedeelte der verslagen zooveel mogelyk gelijkheid gebracht ten einde het raadplegen en vergelyken gemakkelijker te maken. Voorts zijn enkele meerdere rekeningen ingevoegd in plaats van de „Einancieele Mededeelingen” uit vorige verslagen en is een meer systematische volgorde voor de verschillende reke ningen aangenomen. Daar het administratief gedeelte van het verslag de resul taten geeft van hetgeen in de begroeting geraamd werd, is als eerste rekening de overeenkomstig de begrooting opgemaakte Bedrijfsrekening met specificatie genomen, doch zonder de artikelen „Uitbreiding” en „Buitengewone Ont vangsten,” die afzonderlijk als tweede rekening worden gegeven, omdat zij geen invloed hebben op de bedrijfs- uitkomsten. Hierop volgt de „Verlies- en Winstrekening” (III), die met hetzelfde saldo by de Bedrijfsrekening aansluit, gevolgd door de rekeningen (IV—IX) die de „Verlies- en Winst rekening” toelichten. Aan het slot zijn opgenomen de „Balans” (X), de „Verkorte inventaris” (XI) en een „Over zicht van Uitbreiding, Onderhoud en Afschrijving” (XII).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 318