16 13 Mededeelingen. 1 en 2. Deze patiënten werden reeds in het vorige jaar verslag onder No. 6 en 10 vermeld. De eerste, W. J. K., overleed een der eerste dagen van het nieuwe jaar, de tweede, A. J. B., kon 17 Maart hersteld het Ziekenhuis verlaten. 3, 4, 6, 8, 10, 11 en 12 waren allen patiënten, wier ver pleging in de 3e klas om eenigerlei reden wenschelijk geacht werd, maar die niet bij machte waren de volle verpleeg- kosten in deze klasse te betalen. De patiënten D. M.—B. en E. F. C. B. d. R.—v. d. H. overleden na eene verpleging van resp. 35 en 8 dagen, de overigen verlieten na een verblijf, afwisselend van 15 tot 60 dagen, geheel of gedeeltelyk her steld het Ziekenhuis. 5, 7, 15, 16 en 18. Dezen patiënten werd een half-vrij bed toegestaan, omdat de inkomsten niet toelieten gedurende korteren of langeren tijd de verpleegkosten ad f 0.75 p. dag ten volle te betalen en die om de een of andere reden niet gaarne bij het Burg. Armbestuur aanklopten om kostelooze verpleging. Een van hen (eene weduwe met 3 kinderen), die nu reeds van 18 Juli 1910 af hier verpleegd wordt, had niet minder dan f 126.aan verpleeggeld betaald vóór het ver zoek om een half-vrij bed den Geneesheer-Directeur bereikte. Een anderen patient werd het gegeven, toen bleek, dat diens vader niet meer op bezoek durfde komen bij zijn ernstig- zieken zoon, wijl hij vreesde in het Ziekenhuis aangesproken te zullen worden om betaling der achterstallige verpleegkosten, waartoe hij niet bij machte was, terwijl hij overtuigd was geen hulp te zullen ontvangen vanwege het Burg. Armbestuur. 9, 13 en 17. Deze 3e klas patiënten werden allen door een langdurig ziekbed in finantiêele moeilijkheden gebracht. De patient C. K. en H. F. W. K. hadden resp. 8 en 7 weken de volle verpleegkosten betaald, toen bleek, dat zij zeer gebaat zouden zijn met een half-vrij bed. Eerstgenoemde verliet na 13 weken hersteld het Ziekenhuis, laatstge noemde overleed na een ziekbed van 22 weken, waarvan zij de laatste week volstrekt niets meer kon betalen. Voor patient D. R., die hier reeds voor de tweede maal en nu alweer van 20 Mei 1910 af, verpleegd wordt, werd door haar werkgever onafgebroken betaald tot 16 December 1910, in het geheel een bedrag van f 420.Eerst toen deze werkgever vernam, dat de genezing van zijne zieke huis- genoote indien die onvoorzien nog mocht bereikt worden in elk geval nog een zeer langdurig verblyf in het Ziekenhuis zou vorderen en hij bovendien van een voorgenomen ver- hooging der verpleegkosten in de 3e klasse in de couranten las, vroeg hij eindelijk voor zijne patiënte een half-vrij bed VERSLAG GEMEENTEZIEKENHUIS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 382