19 5 VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEKEN. tot der het en In de vergadering van 18 Juli werd voor kennisgeving aangenomen de mededeeling van Burgemeester en Wethou ders, dat, gedurende het den Burgemeester verleend verlof, de tijdelijke Wethouder Mr. J. I). Verbreek zich, in de plaats van den heer J. C. Jansen, zou belasten met de afdeeling Gemeentebedrijven. In de vergadering van 6 September werd aangenomen het voorstel om Burgemeester en Wethouders te machtigen, voorbereidende maatregelen te nemen om een aantal ovens van de Gasfabriek aan den Loosduinscheweg te doen vervangen door ovens van een nieuwer systeem. In de vergadering van 22 Augustus werd aangenomen eene motie van het Raadslid Helsdingen inzake levering van cokes aan on- en minvermogenden tegen verminderden prijs gedurende den winter. (Zie de betrekkelijke mededeeling aan het slot van Hoofdstuk VI.) In dezelfde vergadering werd besloten tot aankoop van eenige perceelen grond bij den Harstenhoekweg te Scheve- uingen, waarvan een gedeelte bestemd is voor den bouw van een gashouder. Tevens werd een voorstel, om ten dienste van de gasfabrieken, ingaande 1 October 1910, voor den tijd van 2 jaren en 1 jaar optie, weder in te huren het pakhuis aan de Nieuwe Schoolstraat No. 61, aangenomen. In de vergadering van 26 October werd besloten wijziging van de Verordening regelende het beheer Gasfabrieken (Verz. No. 13 van 1892/ Daarmede werd het minimum en maximum van salaris der Adjunct-Directeuren vastgesteld op f 3500, f 1500,—. In de vergadering van 21 November werd besloten tot wijziging der Verordening regelende de voorwaarden voor de levering van gas over muntgasmeters. Door deze wijziging heeft de Directie bevoegdheid verkregen, muntgasinstallatiën weg te nemen, wanneer het gasverbruik in een vol kalender jaar minder dan 200 M3. bedraagt, behoudens buitengewone omstandigheden, waaraan het geringe verbruik kan worden toegeschreven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 392