19
37
45.671.906 M3.
in 1909 43.872.127
dit jaar dus meer 1.799.779 M3. of 4,1
De gemeente telde op 1 Januari 1910 271.280 inwoners
en op 1 Januari 1911 280.504 inwoners, dc bevolking is dus
in 1910 met 9.224 personen of 3,4 toegenomen.
Deelt men het gezamenlijk verbruik van particulieren en
K('iueentegebouwen, het verbruik van den concessionaris te
Rijswijk niet inbegrepen, door het gemiddelde van het aantal
inwoners op 1 Januari en 31 December, zijnde 275.892, dan
krijgt men per inwoner een verbruik van 164,25 M3., tegen
161,31 M3. in liet vorige jaar.
Ongerekend het verbruik van den concessionaris te Rjjs-
"ijk, heeft het verbruik per licht (meter- en abonnements-
lichten) 132,58 M3. en per verbruiker 838,08 M3. bedragen.
brieken gedragen. Aan de abonnés wordt echter het verbruik
van gewone gasvlammen ad 200 liter per uur in rekening
gebracht.
Op 31 December 1910 telde men op 5,19 inwoners 1 gas
verbruiker, op ultimo December 1909 was dit cijfer 5,40. De
levering aan particulieren beliep dit jaar 45.127.604 M3. tegen
43.336.990 M3. in het vorige jaar. Dit verbruik is dus met
1.790.614 M3. of 4,13 toegenomen. Onder het genoemde
totaal cjjfer is zoowel het gas voor motoren als de levering
aan Rijswijk begrepen.
Op 31 December waren aangesloten 144 gasmotoren met
1942*/2 P- K- (de grootste met 90 de kleinste met */4 P- K-)
Op ultimo December 1909 waren deze cijfers 155 gasmotoren
met 2082 */2 P. K.
Op grond der nieuwe regeling bij Raadsbesluit van 4 April
1910, kon het gas voor 84 (van de 144) motoren, met eene
capaciteit van 1358’/4 P- K-, tot den verlaagden prijs van
5 cent per M3. worden geleverd, en aan 21 verbruikers het
rabat ad J/2 cent per M3. voor verbruik boven eene hoeveel
heid, overeenkomend met 10.000 M3. voor het volle kalender
jaar. worden vergoed, tot een bedrag van f 753.02.
De motoren verbruikten 817.969 M3. gas (tegen 888.442 M3.
in 1909) zynde 1,81 %van het door particulieren verbruikte gas.
Hiervan zijn 396.598 M3. in rekening gebracht tegen ver
laagden prijs.
Ten behoeve der verlichting van gemeentegebopwen werden
verbruikt 544.302 M3., tegen 535 137 M3. in 1909, eene
vermeerdering dus van 9.165 M3. of 1,71 °/o.
Het gezamenlijk verbruik van particulieren en gemeente-
gebouwen was in 1910:
VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEKEN.
1) Nu gerekend werkeltfk aanUt! op 1 Januari 1910.