I I 19 1 39 2 pitten. 20 17 2 van 120 L. (avondlichten). 100 L. tot verschillende uren in 2-1 18 24 18 12 12 6 3 4 3 o 6 Liter. Voor het verbruik der daglichten wordt gerekend voor gewone- en Olso-gasgloeilichtbranders n ff n 3 Graetzinlichten n 211 141 groepenbranders 1 groepenbrander - 3 groepenbranders met 4 pitten Onder dit cijfer zijn begrepen 6134 gasgloeilichten met 6581 pitten en wel 5670 branders met gaatjesglazen. 35 Olsobranders. 142 groepenbranders elk met 2 pitten, met gaatjesglazen. •>o n v n n n 3 „4 2 Ilallerlichten. 211 Graetzinlichten elk met 2 pitten. 17 3 B 3 4 29 persgaslampen met 1 pit. 2 „2 pitten. Alle branders z(jn. elke pit voor zich, van een daglicht 1 aansteek vlam voorzien, behalve voor persgaslampen met 2 pitten welke door 1 aansteekvlam worden ontstoken. In 1910 is het aantal gasgloeilichtbranders met 227 stuks uit gebreid, het aantal pitten met 296. In den zomer waren te Scheveningen bovendien 61 gas gloeilichtbranders opgesteld, waarvan aan het einde van het badseizoen 56 werden afgenomen. Tevens werd voortgegaan met het aanbrengen van tril- apparaten (l’anti vibrateur Chalmers), op plaatsen waar daartoe aanleiding bestond. Op 31 December werden ontstoken 6 lichten van 200 L. verbruik per uur, brandende van zonsondergang tot zonsopgang (nachtlichten). 3590 gasgloeilichten van 100 L. (nachtlichten). 1 licht van 200 L., brandende van zonsondergang tot middernacht (avondlicht). 2079 gasgloeilichten van 100 L. (avondlichten). 18 Olso-gasgloeilichten van 120 L. (nachtlichten n 1 gasgloeilicht van de avonden. 398 groepenbranders gasgloeilicht (intensieflichten). 29 persgasglocilichten (éénlichts). 2 (tweeliehts). VERSLAG DER GEMEENTEGASFABR1EKEN. n n w n n T» n n Tl n

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 426