19A 1907 1908 1909 1910 5 VERSLAG GEM. EI.ECTRISCH BEDRIJF. VII. Maximum belasting. VIII. Straatverlichting. de maandelijksche bedrijfsstatistiek d. II. Verantwoording der Buitengewone ontvangsten 1910; lil. Verlies- en Winstrekening 1910; b. Aan dit verslag zijn als bijlagen toegevoegd: het technisch overzicht; Over vorige jaren waren de cijfers als volgt: f 195,- 200,— 208- 214- Hieruit mag dus de conclusie getrokken worden, dat on danks de verschillende ingevoerde tariefsverlagingen de rentabiliteit der fabriek niet is achteruitgegaan. De maximum belasting voor het trambedrijf bedroeg in het afgeloopen jaar 1400 K.W. en vond plaats in de maand Mei; toen bedroeg de maximum belasting voor het draai- stroombebrijf 2200 K.W., tezamen dus 3600 K.W. De maximum belasting voor den draaistroom viel, zooals hier boven reeds gezegd, in December en bedroeg 2950 K.W., terwijl in die maand de maximum trambelasting was 1100 K.W. totaal dus 4050 K.W. De winterbelasting was dus 450 K.W. 12,5% hooger dan de zomerbelasting. De straatverlichting is in den loop van dit jaar uitgebreid en bestaat nu uit 206 booglampen van 10 Amp. en 64 boog lampen van 12 Amp. en gloeilampinstallaties in de Boschjes, Veenestraat, Spuistraat, Passage, Vlamingstraat, Hoogstraat en Boorlaan. De booglampen van 10 Amp. branden tot ongeveer midder nacht en worden dan vervangen door 2 gloeilampen van 50 K. elk. De booglampen van 12 Amp. te Scheveningen branden alleen gedurende de zomermaanden tot middernacht. de grafische voorstelling der geproduceerde eenheden. Het administratief overzicht: Opmerkingen van Burgemeester en Wethouders, naar aanleiding van de rekening van het Gemeentelijk Elec- trisch Bedrijf over 1910. I. Bedryfsrekening 1910;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 477