20 20 Artikel 1. Art. 4. In den regel bezoekt de schoolarts elke school eens in de 3 maanden, en overigens zoo dikwijls hij dit noodig INSTRUCTIE voor den schoolarts, de assistent schoolartsen en de(n) klerk(en) ten bureele van den schoolarts. In deze instructie wordt onder „schoolartsen” verstaan de schoolarts en de assistent-schoolartsen, onder „schoolarts ook de assistent-schoolartsen, een en ander, tenzij het tegen deel is bepaald. Geneeskundig toezicht op de scholen. Het instituut van school artsen is dit jaar definitief in deze gemeente gevestigd ge worden. Bij Raadsbesluit van 25 April 1910 werden benoemd tot schoolarts: Dr. J. J. Pigeaud en tot assistent-schoolart sen: Dr. J. W. H. Wijsman en Dr. J. J. H. Moquette. Door Burgemeester en Wethouders was in hunne vergade ring van 5 April te voren eene instructie vastgesteld, die aldus luidt: Art. 3. De schoolarts mag geen andere ambten of bedieningen waarnemen dan die, waarvoor hij toestemming heeft ver kregen van Burgemeester en Wethouders. Het is hem vergund slechts consultatieve praktijk uit te oefenen. Art. 2. Het in artikel 1 der Verordening n°. 9 van 1909 genoemde toezicht wordt door den schoolarts, in overleg met de assistent-schoolartsen, verdeeld, welke verdeeling, evenals de later eventueel daarin aan te brengen wijzigingen aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders wordt onderworpen. Van die verdeeling en de daarin aan te brengen wijzi gingen wordt zoo noodig aan de schoolhoofden, voor zooveel ieder aangaat, mededeeling gedaan. 4 VERSLAG LAGER ONDERWIJS. 3 f

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 515