20
25
Art. 11.
Art. 9.
Indien een leerling de school verzuimt wegens ongesteld
heid, zonder dat daarvan een geneeskundige verklaring is
overgelegd, is de schoolarts bevoegd indien het ver
moeden bestaat, dat de leerling lijdende is aan een ziekte,
die gevaar of schade kan veroorzaken voor anderen, is hij
op verzoek van het hoofd der school verplicht zich met
gepaste middelen te overtuigen, van welken aard de onge
steldheid is.
Art. 8.
Het hoofd der school zendt omtrent den leerling, by wien
hij of een der onderwyzers(essen) besmettelijke ziekte ver
moedt, onmiddellijk bericht aan den schoolarts. Deze onder
zoekt, met inachtneming van artikel 6, den leerling en neemt
zoo noodig maatregelen tot genezing. Ook kan hij overeen
komstig artikel 5, 2e en 3e lid. handelen.
Art. 10.
Het hoofd der school laat den leerling die, ingevolge toe
passing van artikel 5, lid 2 of artikel 8, niet langer tot de
school is toegelaten, of den leerling, bedoeld in artikel 9,
niet weder in het schoolgebouw toe, dan op een verklaring
Vi'n den schoolarts, dat zoodanige leerling niet of niet meer
lijdende is aan de ziekte, die tot zijne verwijdering heeft
•omleiding gegeven.
a. zich met den leerling te vervoegen op door hem te
bepalen tijd en plaats, opdat hij dezen aan een hernieuwd
en meer uitgebreid onderzoek onderwerpe
b. den leerling door een specialist te doen onderzoeken.
3. Hy houdt nauwkeurig aanteekening van de uitkomsten,
welke het onderzoek heeft opgeleverd en gaat na, welk gevolg
zijn raadgevingen hebben gehad.
1- De leden van het onderwyzend personeel zijn verplicht,
ingeval van ongesteldheid of indien Burgemeester en Wet
houders of de schoolarts zulks noodig achten, dezen laatsteu
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
I