20 i 26 Art. 12. Art. 13. 1. Het hoofd der school zorgt zooveel mogelijk, dat den schoolarts de vervulling van diens taak in de school worde gemakkelijk gemaakt en de leerlingen aan het onderzoek door dezen in te stellen niet worde onttrokken. 2. Overigens raadpleegt hg den schoolarts in alle gevallen, waarin hij zulks noodig oordeelt. de gelegenheid te geven een onderzoek naar hun gezond heidstoestand in te stellen. 2. Wanneer het oordeel van den schoolarts afwijkt van dat van den huisarts, heeft de betrokken onderwgzer(es) het recht, de uitspraak in te roepen van een derden arts, door Burgemeester en Wethouders aan te w'gzen. Het hoofd der school houdt ter beschikking van den schoolarts a. een register, waarin de schoolarts bij zijne bezoeken aan de school zgne opmerkingen schrijft over 1°. de inrichting en het doelmatige gebruik der ventilatie en der verwarmingsmiddelen, zoomede van de verlichting der schoollokalen 2°. de inrichting en de zindelijkheid van privaten en van urinoirs 3°. de inrichting en de reinheid der schoollokalen, gangen, meubelen, leermiddelen, speelplaats, enz. 4°. de houding en de plaatsing der leerlingen by het onder wijs en voorts alles, wat hunne gezondheid in de school kan ten goede komen b. een register, waarin hg en de klasseonderwijzersiessem de namen der leerlingen schrijven, voor welke zij een speciaal onderzoek wenschelijk achten. Art. 14. De instructie van den schoolarts, de(n) assisten t-school- arts(en) en de(nj klerk(en), wordt door Burgemeester en Wethouders vastgesteld en aan den Raad medegedeeld. VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 521