I I I 20 ft 1 44 VERSLAG I,AGER ONDERWIJS. Ten slotte zij een plaats vergund aan het verslag van de sub-commissie in de 12de Afdeeling: „Dit jaar heeft onze Sub-Commissie in denzelfden geest gehandeld, als het vorige, door, nü op alle scholen, onder haar toezicht geplaatst een opstel te laten maken en wel door de leerlingen, die, öf de school voor goed zouden verlaten, óf naar eene vervolgklasse zouden over gaan, öf die, wat de burgerscholen betreft, de klasse hadden doorloopen (zesde), gelijkstaande met de 11® en 12® klasse eener school 1® of 2® klasse. De stof voor dat opstel leverde een onzer door het voor lezen van een zeer eenvoudig, kort verhaal, dat eerst het hoofd der school en den betrokken onderwijzer(es) ter lezing was gegeven, en door hen, zonder uitzondering, volkomen geschikt was geoordeeld. We mochten ons overtuigd houden, een eisch te stellen, waaraan leerlingen, die van de L. S. het leven ingaan, moeten kunnen beantwoorden, en evenzeer daarvan, dat het werk werd gemaakt onder vrijwel volmaakt dezelfde om standigheden, als anders ’t geval is, en ’t onderzoek dus al heel weinig had van een rigoureus examen; te meer, daar den leerlingen de tijd werd gelaten, tot ze gereed waren. Bovendien werd het te lezen verhaal, wat sommige zaken betreft, nog door den opgever met de leerlingen besproken. De uitslag was als volgt. Er werden 200 opstellen ingeleverd. Daarvan waren 24 beslist onvoldoende; 27 twijfelachtig; 141 voldoende, vrijgoed of goed; 7 zeergoed; 1 uitmuntend. Nog kunnen we hieraan toevoegen, dat we, wat men ons dan ook herhaaldelijk verzekerde, bij de beoordeeling mild heid hadden betracht. In ’t najaar trachtte onze Sub-Commissie zich er nog op andere wijze van te overtuigen, dat de leerlingen, die de hoogste klasse hadden doorloopen, voldoend lager onderwijs hadden genoten. Op twee scholen, die aan de Pretorius- straat en die aan de Zusterstsaat liet zij een aantal leer lingen, te zamen 28 die de school voor goed zouden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 539