i 20 if lOfi VERSLAG LAGER ONDERWIJS. krijgen, waarbij de minder begaafde leerlingen alleszins gebaat worden. Van zijn systeem, in den loop des tijds „het Mannheimer stelsel” genoemd, kon Dr. Sickinger in 1905 getuigen„Allen zijn er mede ingenomen, zoowel leerlingen als onderwij zers, ouders, artsen, het schooltoezicht en alle politieke partyen.” Het bleef echter niet tot deze stad beperkt. Het ministerie van onderwijs in Oostenrijk besloot er eene proef mede te nemen. Baden, Beneden-Beieren, de Beiersche Palz en het kanton Zürich namen gelijke besluiten. Char lottenburg nam terstond het stelsel geheel over, breidde het bovendien uit, door voor de hoogstbegaafden eene extra-klasse met onderwijs in ééne vreemde taal toe te voegen. Het Mannheimer stelsel splitst de kinderen in verband met hunne ontwikkeling en hunne bevattelijkheid voor het onderwijs en tracht te voorkomen, eenerzijds, dat de achter lijken een rem zijn voor de. ontwikkeling der vluggere leerlingen en anderzijds, dat de achterlijken nog meer wor den teruggedrongen in hunne opleiding. Dit systeem geeft, meer dan eenig ander, gelijk recht op ontwikkeling voor alle kinderen, geen gelijk recht voor allen op hetzelfde onderwijs, maar voor allen op het voor hen meest geschikte onderwijs, m. a. w. met handhaving van het school klassenstelsel beoogt het systeem, alle leerlingen zoodanigen schoolarbeid te doen verrichten als voor hen geschikt is, zoowel uit het oogpunt der paedagogiek als uit dat der hygiëne. Eene sub-Commissie, benoemd tot het uitbrengen van liet hierbjj overgelegde Rapport over het Mannheimerstelsel, in verband met de behoeften van het Haagsch lager onderwijs, heeft, na uitvoerige bespreking in hare vergaderingen, onder voorlichting van afgevaardigden uit de Afd. ’s-Gravenhage van het Nederl. Onderwijzersgenootschap, in de jongste vergadering onzer Commissie verslag gedaan van hare bevindingen. Zij kwam tot eene slotsom, waarmede de Commissie zich geheel kon vereenigen en die als volgt luidt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 601