I
20
i
108
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
Ten einde eene proef te nemen met de vereeniging in één
klasse
van de
hen zonder geestelijke overlading naar een meer beperkt
leerplan nog eene belangrijke ontwikkeling deelachtig te
doen worden, terwijl dan met de overigen beter het thans
bestaande leerplan kan worden afgewerkt.
Hoewel het wenschelijk is, dat van de vorming der ver
schillende klassen naar de hiervoren genoemde groepen a,
b en c, naar buiten zoo weinig mogelijk blijke, meent de
Commissie, en zy grondt haar gevoelen op de ondervinding
met de scholen E opgedaan en op het oordeel der hierboven
genoemde Commissie uit het N. O. G., dat ook hier de practijk
zal aantoonen, dat er van de zijde der ouders geene moeilijk
heden zullen worden ondervonden.
De Commissie besluit derhalve, dat geene overwegende
bezwaren bestaan, om aan den dringenden eisch tot oprich
ting van klassen van minder begaafden te voldoen.
Zij is voorts van oordeel, dat reeds na een verblijf van
2 maanden door klasse-onderwjjzer(es) en hoofd der school
de kinderen, die absoluut het onderwijs in de lBte
niet kunnen volgen, kunnen worden gescheiden
overigen, ze op een der in het centrum gelegen scholen,
onder leiding van een bekwame onderwijzeres, in eene
aparte klasse te vereenigen. Deze leerlingen worden nu
ter wille der anderen vaak aan hun lot overgelaten, leeren
niets, vervelen zich slechts.
De schoolpractijk leert dit.
Zoo noodig kan na 4 of 6 maanden eene nieuwe splitsing
van deze leerlingen plaats vinden.
Blijkt na eenigen tijd, dat er zich onder de tot eene
nieuwe klasse vereenigde leerlingen bevinden, die het gewone
onderwijs op de eerste school weer kunnen volgen, dan
kunnen dezen zonder bezwaar naar deze school teruggebracht
worden.
Het zal namelijk niet zelden voorkomen, dat het apper-
ceptie-vermogen bij sommigen na eenigen tijd belangrijk is
verbeterd, voor een groot deel ook onder den invloed van
de nieuwe vereenvoudigde leermethode.