20 110 king aan de klassen van die categorie van kinderen, wier intellect niet voldoende is, om het onderwijs, dat aan de overige leerlingen kan worden gegeven, te volgen, en welke kinderen dus een hinderpaal zijn om het onderwijs tot zijn volle recht te doen komen. Hierbij wees de spreker terecht op het reeds meermalen in onze vergadering besproken feit, dat ook in onze scholen dit één der oorzaken is, w aardoor het onderwijs niet geheel tot zijn recht komt. Wij moeten het dan ook niet anders dan toejuichen, dat deze, voor ons lager onderwijs zoo belangrijke zaak aan de orde is gebracht. De sub-commissie heeft zich aan het werk gezet, om deze aangelegenheid te onderzoeken, w’aarbij zij de zeer gewaar deerde voorlichting ondervond van eene commissie uit het N. O. G-, w aarin ook de bovengenoemde zaak in behandeling was genomen. Zij gevoelt zich hierbij verplicht even op te merken, dat verschillende omstandigheden, buiten hare schuld, w.o. zijn te noemen de moeielijkheid om tot een behoorlijk inzicht te komen, en de verschillende beschouwingen, die een natuurlijk gevolg zijn van het onderzoek in deze aangelegenheid ge houden, er toe geleid hebben, dat zij eerst nu haar voorstel indient. Het Mannheimer stelsel kan niet dan zeer gewijzigd in onze gemeente worden toegepast. Volgens onze Wet op het lager onderwijs vormt toch, en terecht, iedere school één organisch geheel met een aantal klassen, overeenkomende met het aantal leerjaren of half jaren, terwijl men dit stelsel niet meer te Mannheim toepast. Daar bestaat slechts één volksschool, wier leerlingen natuurlijk in een aantal gebouw'en zijn ondergebracht, ge bouwen met 30 klassen en dus ware kazernen. Jongens en meisjes zijn gescheiden, doch doorgaans zijn in hetzelfde gebouw één jongens- en één meisjesgroep ge huisvest, welke groepen in verschillende klassen zijn verdeeld. Onze Wet verzet zich dus alsnog tegen eene wijzigingm de schoolinrichting geheel overeenkomstig het Mannheimer stelsel. VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 605