20
112
VERSLAG LAGER OXDERWUS.
vrij wel vaststellen, wie tot de
een half jaar in
en dan nog beslist moeten blijven
Om een proef te nemen, zouden de minder begaafde leer
lingen van 6 of 7 scholen, elk jaar eene nieuwe klasse
kunnen leveren voor de op te richten school, gelegen in
het centrum ongeveer van zulk een groep scholen.
De schifting zou moeten plaats hebben, als de leerlingen 2
jaren op school zijn geweest. Na 1 jaar toch kan gebleken zijn,
welke leerlingen voor school E in aanmerking komen, terwijl
na het uitvallen van de zwakzinnigen dan na nog één jaar,
de minderbegaafdheid van enkele leerlingen kan geconsta
teerd worden. Ook vermeent de 8. C. dat het einde van het
4e halfjaar het meest geschikte tijdperk is voor schifting,
omdat dan het aanvankelijk onderwijs by de verschillende
vakken voor de normale leerlingen achter den rug is.
Mocht het later eventueel blijken, dat de ontwikkeling van
enkele leerlingen niet juist was beoordeeld, dan zou er niet
het minste bezwaar bestaan, dat zulk een leerling wêer naar
eene gewone openbare school der le en 2e klasse werd
teruggebracht.
na een
der verschillende klassen, naar de hiervoren genoemde
groepen a, b en c, naar buiten zoo weinig mogelijk blijke,
zoo vermeent de commissie, en zij grondt haar gevoelen op
de ondervinding met school E opgedaan, en op het oordeel
der hiervoren genoemde commissie uit het N. O. G., dat ook
hier de praktijk zal aantoonen, dat er vanwege de ouders
geen moeilijkheden zullen worden ondervonden.
Derhalve vermeent de S. C., dat de wenschelykheid om in
onze gemeente scholen op te richten, bestemd om „minder-
begaafden” op te nemen, niet alleen bestaat, maar dat de
oprichting dier scholen aan een dringenden eisch zal voldoen.
Een der leden heeft hieromtrent eene andere meening, die hier
onder volgt:
Reeds na één jaar ware, dunkt mij, schifting mogelijk en wenschelijk-
Mogelijk
Kan men na een half jaar reeds
zwakzinnigen zullen behooren, zij, die tweemaal
laagste klasse hebben doorgebracht,
zitten, behooren zeker tot die categorie.