20
138
VERSI.AG LAGER ONDERWIJS.
I
Van voorstellen tot regeling van de salarissen heeft onze
Commissie gemeend zich te mogen onthouden. Alleen heeft
zij in art. 15 het denkbeeld geopperd, om alle onderwijzers
naar den maatstaf van elk wekelijksch lesuur te bezoldigen
en de hoofden bovendien voor de leiding der school. De
Commissie durft niet te beslissen, in hoeverre eene dergelijke
regeling practisch uitvoerbaar zou zyn.
Bij: Art. 12.
Zijn aan elke school reserve-onderwijzers(-essen) aange
wezen, dan wordt storing in het onderwijs bij absentie van
een leerkracht voorkomen of tot een minimum beperkt.
Het onderwijs in vervolgklassen toch is geen „gewoon
lager onderwijs”, maar voortgezet lager onderwijs en juist
voor leerlingen van vervolgklassen zal het onderwijs aan
eene Herhalingsschool bij uitstek vruchtdragend kunnen zyn.
Bij: Art. 11.
De inschrijving van leerlingen op daguren aan de afdee-
ling Onderwijs, voor de meeste ouders ver van hunne wo
ning gelegen, brengt veel bezwaren mede. Vandaar het
voorstel, om deze inschrijving in den avond te doen plaats
hebben en wel in de stadsgedeelten, waar de meeste leer
lingen wonen.
Omtrent terreinkeuze, bouw en verbouw van openbare
scholen bracht de Commissie de volgende adviezen uit:
Bij: Art. 14.
Het bezit van een getuigschrift zal den vertrekkenden
leerling met het oog op het practische leven van groot
voordeel kunnen zijn.
De artikelen 1622 komen in hoofdzaak overeen met de
artikelen 6, 7, 13, 14, 15, 16 en 17 der bestaande Veror
dening.