20 150 VERSLAG LAGER ONDERWIJS. leert dit), dat de vorderingen der leerlingen hierdoor nood zakelijk moeten verschillen. En, al zouden in de hoogste klasse derzelfde soort scholen de eindresultaten ongeveer gelijk kunnen zijn wat op grond der verschillende eindsommen der lesuren niet wel mogelijk is toch blijven voor de lagere klassen, met het oog op de overplaatsingen naar eene andere school, wat in onze gemeente bij de vele verhuizingen voortdurend ge schiedt, de verschillen te groot. 2o. De omschrijving van den omvang en den aard der leerstof is in sommige leerplannen vaak zoo vaag en ondui delijk (dikwijls ontbreekt zij geheel), dat men eerst met veel moeite, door vergelijking met andere leerplannen, doch soms in het geheel niet, kan nagaan, wat in iedere klasse moet worden onderwezen. Bovendien verwijzen sommige leerplannen ter aanduiding der leerstof voor eene bepaalde klasse slechts naar leerboeken, zonder vaak het deeltje aan te geven, dat men bedoelt. De aanduiding: „e.a.” achter leerboeken of de vermelding: „een eigen gemaakte cursus door het hoofd der school” geven ook weinig licht. Het gaat niet aan van de autoriteiten te vergen, de talloos aangegeven boekjes te bestudeeren, om te weten te komen, welke leerstof in eene bepaalde klasse wordt behandeld. Ten slotte geeft het woord „voortzetting”, dat in vele leerplannen is gebruikt, al byzonder onbepaald aan, hoever men de grenzen heeft te trekken. 3o. De volgorde van de onderdeden der leervakken is op vele scholen derzelfde soort belangrijk verschillend, waarvan het gevolg is, dat bij overgang van de eene school naar de andere, sommige onderdeden van leervakken op de verlaten school reeds geruimen tijd geleden (soms reeds in eene vorige klasse) zijn behandeld, die op de nieuwe school nog moeten worden onderwezen, terwijl wat erger is weer andere onderdeden op de te bezoeken school lang achter den rug zijn, die op de vorige nog onderricht moesten worden. Het ligt voor de hand, dat bovengenoemde feiten niet

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 643