I 20 i 151 VERSLAG LAGER ONDERWIJS. 5o. De eenheid bij het onderwijs in de nuttige handwerken laat op vele scholen te wensehen over, daar ook hier het leerplan gelegenheid biedt voor de meest verschillende op vattingen. Bij overgang van de eene school naar de andere plukken de leerlingen hiervan de wrange vruchten. bevorderlijk zijn aan een geregelden gang van het onderwijs der leerlingen. 4o. De verschillende methoden, bij een enkel leervak toe gepast, maken het. afgezien nog van de vaak uiteenloopende rangschikking der onderdeden, dikwijls den leerlingen onmogelijk op een andere school de lessen te volgen. Zoo bjjv. bij het zingen, waar het gebruik van cijfer- en notenschrift is vrijgelatenbij het teekenen, waar in het eene leerplan geene melding wordt gemaakt van het teekenen naar wandplaten, in het andere niet wordt gerept van het teekenen naar pleistermodellen of naar de natuur-, bij het schrijven, waar „het algemeene leerplan” aangeeft, dat de leerlingen in het tweede halfjaar van het 3e leerjaar, „de vaardigheid moeten hebben verkregen met pen en inkt schriftelyk werk te leveren”, terwijl op enkele scholen het schrijfonderwijs met pen en inkt in deze leerperiode eerst hegint of nauwelijks is begonnen. Het komt daarom onze Commissie dringend noodzakelijk voor, dat door Uw College aan de hoofden der drie groepen van openbare scholen in deze gemeente zoo spoedig doenlijk het samenstellen van een nieuw, voor elke categorie eens luidend, leerplan worde opgedragen, waarin nauwkeurig is aangegeven lo. de tijd, die aan elk leervak in de verschillende klas sen moet besteed worden, met dien verstande, dat het getal uren, voor een bepaald vak bestemd, in alle scholen der- zelfde soort geljjk zy. 2o. Welk minimum leerstof en welke onderdeelen daar van in de verschillende klassen moeten onderwezen worden. Dit minimum en de volgorde der onderdeelen moeten voor geheele categorie scholen gelijkluidend zijn.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 644