20 De PI. c. 159 VERSLAG LAGER ONDERWIJS. Art. 6. Art. 9. Alle niet geheime circulaires over zaken, het schoolwezen 1L. O.) betreffende, uitgaande van B. en W. of den Wethouder Het hoofd der school stelt in overleg met de betrokken sub-Commissie der PL C. v. T. de dagen vast, waarop het halfjaariyksch of jaarljjksch onderzoek nahr de vorderingen der leerlingen zal plaats hebben. De leden der sub-Commissie worden door het hoofd ten minste vier dagen te voren uitgenoodigd bij dit onderzoek tegenwoordig te zijn en reiken de eventueel te verstrekken belooningen of getuigschriften uit. Art. 7. T. ontvangt van B. en W., zoo spoedig mogelijk, mededeeling van eventueele voordrachten ter ver vulling van vacaturen van hoofd der school, ten einde, indien zij zulks gewenscht acht, van advies te dienen. Art. 8. Van schorsing van een hoofd eener school of van onder wijzers en van voordrachten tot ontslag, anders dan op nigeu verzoek, ontvangt de Pl. C. v. T. ten spoedigste van B- en W. bericht. Art. 5. Zoo door het hoofd eener school een leerling tijdelijk van de school is verwijderd, geeft hij hiervan onmiddellijk kennis aan de sub-Commissie der Pl. C. v. T., onder wier ressort de school behoort. Deze sub-Commissie stelt het noodige onderzoek in en kan daarvoor de ouders of verzorgers van den betrokken leerling voor zich doen verschijnen. Zij geeft den Wethouder van Onderwijs advies, alvorens door dezen den leerling voor langeren tijd of voor goed de school wordt ontzegd, in het bijzonder ook wegens gestaafd gebrek van aanleg of geschiktheid om het onderwijs, dat op de school wordt gegeven, te volgen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 652