22 VERSLAG van de werkzaamheden der Commissie tol wering van schoolverzuim, 4e Afdeeling. over het jaar 1910. Totaal De Commissie tot wering van schoolverzuim, 4e Afdeeling, heeft, ingevolge Art. 10 van het Huishoudelijk Reglement, bij dezen de eer aan Uwen Raad verslag uit te brengen over hare werkzaamheden gedurende het jaar 1910. Er is gedurende dit jaar in de samenstelling der Com missie geene enkele verandering gekomen. De leden: W. J. Th. Kouwenhoven, P. van Pijlen, J. R. van der Laan, A. Goedman en A. B. van Beekum, die met 1 April 1910 op hielden lid te zijn der Commissie, zijn met ingang van dien datum door Uwen Raad herbenoemd, evenals het lid G. Adams, dat 1 November 1910 werd herbenoemd; bij de jaarlijksche aftreding van den Voorzitter en den Secretaris in de maand April werden de heeren W. J. Th. Kouwen hoven en Joh. H. Koert, respectievelijk als zoodanig herkozen. Het aantal vergaderingen bedroeg 27, waarvan 23 gewone en 4 buitengewone, welke laatste noodig bleken, teneinde ophooping van het aantal in'voorraad zynde kennisgevingen te voorkomen. Om diezelfde reden moesten 4 vergaderingen op andere dan de voorgeschreven data gehouden worden. Van de 27 vergaderingen werden 20 door alle leden byge- woondop de 7 overige was telkens 1 lid afwezig. Van de Heeren Schoolopzieners werden gedurende 1910, 303 kennisgevingen van gepleegd verzuim ontvangen en wel Uit Arrondissement I 14, betreffende 6 j. en I 14, betreffende 6 j. en 8 m. II 268, 128 140 lil 21, 13 8 303, betreffende 147 j. en 156 m. Bij deze kennisgevingen waren er 6, welke absoluut schoolverzuim betroffen. Van deze 6 gevallen van verzuim hebben er 3 (uit één gezin) geleid tot ambtshalve inschrij ving. Het trof de Commissie te vernemen, dat de 3 bedoelde kinderen, respectievelijk 11, 10 en 7 jaren oud, nog nooit een school hadden bezocht. De 303 ontvangen kennisgevingen leidden tot even zoovele oproepingen 164 personen gaven aan den oproep gehoor en verschenen voor de Commissie, 15 personen konden niet r> n r v

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 894