Aldus vastgesteld in de zitting van 26 Januari 1911. Namens de Commissie der 4e Afdeeling, W. J. Th. Kouwenhoven, Voorzitter. •Joh. H. Koert, Secretaris. Herhaalde malen klaagden Hoofden van Scholen over de onmacht tegen de verzuimen van 13 jarige leerlingen. De vervolgingen geschieden in verband met de wettelyke voorschriften zoo langzaam, dat straf door den kantonrechter opgelegd, bij hen niet vaak voorkomt. Tal van ouders weten dit en geven de laatste maanden van het verblijf van hun 13 jarig kind op de school dikwijls bitter weinig om de vermaningen. Over de redenen van verzuim kan de Commissie met enkele opmerkingen volstaan. Nogal veelvuldig n.l. deed zich het geval voor, waarbij de ouders verklaarden, dat de geneesheer weigerde een bewijs van ziekte af te geven. Ook trof de Commissie enkele malen het geval aan, dat ouders, aan wie van Gemeentewege kleeren waren geweigerd, opzettelijk, als dwangmiddel, hunne kinderen thuis hielden. Waar de Commissie bij hare onderzoekingen telkens de hulp van de Hoofden van Scholen noodig had, is deze hulp steeds bereidwillig verleend. Juist daarom ook vindt de Commissie vrijmoedigheid, even als in haar verslag over 1908, er bij Uwen Raad nogmaals op aan te dringen, eene wijziging te brengen in het verdeden der wyken. Naar de bescheiden meening der Commissie moeten niet de woonplaatsen der ouders, maar de scholen aangeven, tot welke Commissie de gevallen van verzuim behooren. De Hoofden van Scholen zouden dan slechts met ééne Commissie te maken hebben, waardoor meer samenwerking zou ontstaan en het werk vergemakkelijkt worden. Overigens kan de Commissie aan ’t eind van dit jaarver slag gevoegelijk eindigen met te verwijzen naar de opmer kingen, gedaan in ’t vorig jaarverslag. Deze zijn ook thans nog van beteekenis. 16 22 (4e Afd.) VERSL. V. D. comm. t. wering V. schoolverz.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 896