VERSLAG van de werkzaamheden der Commissie
tot wering van schoolverzuim, 6e Afdeeling,
over het jaar 1910.
De Commissie hield in het afgeloopen jaar 17 vergaderingen.
De samenstelling der Commissie onderging geen verande
ring, daar de aftredende leden werden herbenoemd en wel
de Heeren A. Eyckelhof, G. van Meeuwen, J. H. G. Roel en
T. M. J. A. Ottes bij Raadsbesluit van 18 April 1910 en de
Heer D. Sluimer bij Raadsbesluit van 22 Augustus 1910.
De aftredende Voorzitter en Secretaris werden herbenoemd
in de vergadering der Commissie van 12 Mei 1910.
Van heeren Schoolopzieners in de verschillende Arrondis
sementen werden ontvangen 42 kennisgevingen, allen wegens
relatief school verzuim; absoluut schoolverzuim kwam niet voor.
Tengevolge van die kennisgevingen werden 40 personen
voor 41 verzuimende leerlingen opgeroepen, om voor de Com
missie te verschijnen.
Één der kennisgevingen bleek in eene andere afdeeling
thuis te behooren.
Aan de oproeping gaven 19 oproepenen geen gehoor.
In 11 gevallen verscheen de vader of de moeder-voogdes.
9 moeder in plaats van den vader.
1 geval een ander familielid van den ver
zuimenden leerling.
Van de verzuimenden waren 18 jongens en 23 meisjes.
Voor zoover der Commissie te dien aanzien betrouwbare
gegevens werden verstrekt, waren de gepleegde verzuimen
te wijten in:
28 gevallen aan huisarbeid, in hoofdzaak wegens het passen
op broertjes of zusjes, het verrichten van huiselijke bezig
heden en boodschappen en dergelijke. Somtyds bleken de
verzuimen noodzakelijk tengevolge van ziekte van de moeder
of uit hoofde van armoede in het vaak talrijke gezin, doch
in 8 dezer gevallen nagenoeg uitsluitend uit onverschilligheid
der ouders ten opzichte van het schoolbezoek;
4 gevallen aan spijbelen-,
2 langdurige ongesteldheid der leerlingen, waarbij
niet of niet voldoende om geneeskundige behandeling werd
gevraagd
I
n
n