23 9 VERSLAG OMTRENT HET MIDDELB. ONDERWIJS. Leeraren. 3e. Zooals reeds in het vorige verslag werd gememoreerd, ontviel op 15 Januari 1910 door den dood aan de school haar directeur dr. C. J. J. Ninck Blok. De heer A. H. W. de Bock, aan wien reeds tijdens het op 10 September 1909 aan dr. Ninck Blok verleend verlof het bestuur van de school was opgedragen, bleef ook na diens overlijden met de functie van waarnemend directeur belast, totdat in de ontstane vacature zoude zyn voorzien. Wij hebben niets dan lof voor de uitnemende wyze, waarop door den heer de Bock het directeurschap is waargenomen. Dr. A. D. van der Harst, leeraar in Wiskunde aan de hoogere burgerschool aan het Bleyenburg is door Uwen Raad daarop tot directeur benoemd. In den loop van den cursus 19091910 werden voorts de tijdelijke leeraren J. H. van Burkom en H. J. H. van Vianen, respectievelijk in Plant- en Dierkunde en in Boekhouden, tot leeraren in vasten dienst aan de school benoemd, terwijl aan den heer dr. N. Japikse op zijn verzoek eervol ontslag uit zijne betrekking van leeraar in de Geschiedenis werd verleend. Met ingang van 1 September 1910 werd in de vacature van dr. Japikse voorzien door de benoeming van den heerK. J. Pen, leeraar aan de hoogere. burgerschool met driejarigen cursus. Met dienzelfden datum werd in de plaats van dr. A. D. van der Harst als tijdelijk leeraar in Wiskunde aange steld de heer J. W. van Eek, leeraar aan eene bijzondere middelbare school in deze gemeente. Mevrouw D. J. van der Linden en dr. J. J. Attema bleven ook voor den cursus 1910—1911 aan de school verbonden respectievelijk als tijdelijk leerares in Gymnastiek voor meisjes en tydelyke leeraar in Scheikunde. Aan den heer dr. M. J. de Boer werd wegens ziekte ver lof verleend van 10 October tot 15 December 1910. Zijne lessen werden, behalve door leeraren van de school, waar genomen door den heer J. Kamerbeek, leeraar aan de hoogere burgerschool aan de Waldeck Pyrmontkade. 1909 1910 twintig. Een van hen, die niet bevorderd werd, verloor het voorrecht van plaatsing tegen verminderd school geld, terwijl de drie kosteloos geplaatste leerlingen van de vijfde klasse allen het einddiploma verwierven. By den nieuwen cursus werd aan zeventien leerlingen vrijstelling, en aan zes leerlingen vermindering van betaling van schoolgeld toegestaan.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 914