24
2
Dr. van Loghem, wiens ongesteldheid wij in ons vorig
verslag vermeld hebben, kwam na de Kerstvacantie wel op
het gymnasium terug, maar was niet hersteld; reeds in den
loop der maand Februari bleek het noodig hem te doen vervangen.
Met goedkeuring van Burgemeester en Wethouders werd
tot tijdelijk leeraar in de wiskunde aangewezen de heer
J. Teixeira de Mattos, phil. nat. docts.
Helaas mocht de heer van Loghem in het geheel niet meer
terugkeeren en op 7 Juli is hy overleden. Met diep leedwezen
vernamen wij deze treurige tijding. Sinds 1 September 1879
was de heer van Loghem eene hoog gewaardeerde werk
kracht aan het gymnasium; wetenschappelijk zeer hoog
staande, was hij een uitnemend, bemind en consciëntieus
docent, die met liefde, toewijding en nauwgezetheid zijne
taak vervulde. Voorloopig bleef de waarneming zijner lessen
opgedragen aan den heer Teixeira de Mattos, die nader bij
Raadsbesluit van 26 September tot leeraar in de wiskunde
benoemd werd.
De heer M. J. Kollewijn heeft op zijn verzoek op 1 Sep
tember eervol ontslag gekregen als leeraar in de geschiedenis
en aardrijkskunde (bij raadsbesluit van 18 Juli.) Tot zijn op
volger werd benoemd by raadsbesluit van 6 September de
heer M. Zeldenrust, Docts. in de Nederlandsche letteren,
leeraar aan de Rijks-hoogere burgerschool te Helmond.
Ten gevolge van zijne benoeming tot hoogleeraar aan de
Stedelijke üniversiteit te Amsterdam zag Dr. H. Th. Obbink
zich genoodzaakt eervol ontslag aan te vragen als leeraar
in de Hebreeuwsche taal; dit ontslag werd hem verleend
by raadsbesluit van 1 Augustus.
Zijn heengaan werd door ons betreurd, daar zyne lessen
aan het gymnasium zeer gewaardeerd werden.
Als zijn opvolger werd by raadsbesluit van 21 November
1910 benoemd de heer H. Cohen (zich noemende en schrijven
de H. J. Cohen,) leeraar in de Hebreeuwsche taal aan het
gymnasium te Leiden.
I
maand beschikbaar gesteld voor de damescommissie van
toezicht op het handwerkonderwys aan de lagere scholen.
Het gebouw werd 25 Augustus bezocht door de leden van
het Genootschap van de leeraren aan Nederlandsche gymnasia.
De heer J. C. Pabst kreeg van het gemeentebestuur ver
lof om in een van de lokalen lessen in het teekenen te geven
aan de leerlingen die daarvan wenschten gebruik te maken.
Op het einde van het jaar namen 9 leerlingen, waaronder
3 meisjes, daaraan deel.
4. Personeel.
VERSLAG GYMNASIUM.