Bijlage 25 EEN EN VIJFTIGSTE VERSLAG van den toestand der Academie van Beeldende Kunsten te 's-Gravenhage over 19091910. De Raad van Bestuur der Academie van Beeldende Kunsten heeft de eer U het 51e Verslag omtrent den toestand dezer instelling over het afgeloopen dienstjaar aan te bieden. Het aantal leerlingen bedroeg in het afgeloopen leerjaar 732, waarvan 593 mannelijke en 139 vrouwelijke leerlingen. Van dit aantal waren 262 (206 mannelijke en 56 vrouwelijke) nieuwe leerlingen. Van deze 732 leerlingen waren er 34 uit Scheveningen en 70 afkomstig uit andere gemeenten, te weten: 1 uit Arnhem, 4 uit Bleiswijk, 1 uit Breukelen, 14 uit Delft, 1 uit Dieren, 1 uit Dordrecht, 1 uit Gouda, 3 uit Groningen, 1 uit Harskamp, 1 uit Halfweg-Loosduinen, 5 uit Leiden, 4 uit Leidschendam, 1 uit Loosduinen, 1 uit Moercapelle, 1 uit Naaldwijk, 1 uit Nijmegen, 10 uit Rotterdam, 9 uit Rijswijk, 1 uit Schiedam, 5 uit Voorburg, 2 uit Zegwaard en 2 uit Zoetermeer. Voor rekening van Academieleden volgden 12 leerlingen den winteravondcursus. Aan verzoeken om gratis de lessen aan de Academie te mogen volgen wordt, wanneer daartoe na gehouden onder zoek omtrent aanleg en onvermogen termen bestaan, in den regel voldaan. Kosteloos onderwijs genoten 22 leerlingen op den winter avondcursus; een drietal op den dagcursus voor Kunstnijver heid; één op den dagcursus voor Bouwkunde; drie leerlingen op den cursus Middelbaar Onderwijs en vier leerlingen op den Schildercursus. Van de gunstige bepaling, dat leerlingen van den dagcursus voor Bouwkunde, Kunstnijverheid en Schildercursus, koste loos onderwijs op den winteravondcursus kunnen ontvangen, werd gebruik gemaakt door: 12 leerlingen van de Bouw kunde, 8 van de Kunstnijverheid en 16 van den Schildercursus. Aan den onderwijzerscursus voor de acte Lager Onderwijs

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1910 | | pagina 991