36
11
de.
Leeraren.
4e. Onderwijs.
In het gymnastiek-onderwijs is in zooverre verbetering
gebracht, dat de maatregel om in afwachting van een
ruimer gymnastiek-lokaal althans enkele leerlingen van de
vyfde klasse, voor wie gymnastiek een examen-vak is, in
het genot van dat. onderwijs te stellen, van af den 2den
October 1911 ook op zoodanige leerlingen van de vierde
klasse van toepassing is geworden, zoodat voor deze
leerlingen de gewenschte continuïteit in gymnastiek-onderwijs
is verkregen.
Uit de vooraf gegane opgaven .zal zijn opgevallen het
groot aantal leerlingen, dat, vooral van de eerste naar de
tweede klasse, niet is overgegaan.
Zooals uit het vervolg van dit verslag zal blijken, heeft
zich dit verschijnsel niet enkel aan deze school voorgedaan,
doch is het ook voorgekomen aan de beide andere hoogere
burgerscholen met vyljarigen cursus, terwijl, naar de
Directeuren dier scholen hebben verklaard, het zich in nog
meerdere mate zal openbaren na afloop van den tegen-
woordigen cursus.
Deze onbevredigende resultaten moeten toegeschreveu
worden aan de omstandigheid, dat de meeste kinderen niet
voldoende onderlegd op de hoogere burgerscholen komen.
Het is daarmede zoo gelegen, dat vele kinderen wel met
De heer Dr. M. J. de Boer, wiens, blijkens het vorige
verslag, wegens ziekte tot 15 December 1910 verleend
verlof, verlengd was tot 1 Januari 1911, hervatte sedert
zyne lessen.
De heer Dr. E. A. Steinmetz was eveneens wegens ziekte
van 19 December 1910 tot 13 Februari 1911 verhinderd
les te geven. Gedurende zijne afwezigheid werden zyne
lessen waargenomen door de andere docenten in wiskunde
en lijnteekenen.
De heer J. W. van Eek, reeds in het vorige verslagjaar
tot tydelijk leeraar in wiskunde benoemd, vervulde deze
betrekking tot het einde van den cursus 19101911, toen
hy op 1 September 1911 werd opgevolgd door den inmiddels
tot leeraar in vasten dienst aangestelden Heer Th. de Jongh
van Arkel.
Het gymnastiek-onderwijs aan de meisjes en het onderwijs
in scheikunde aan twee afdeelingen der vijfde klasse bleven
opgedragen respectievelijk aan Mevrouw’ D. J. van der
Linden en Dr. J. J. Attema.
VERSLAG OMTRENT HET MIDDELB. ONDERWIJS.