I I r I Ir 36 35 f 10.000,— 3.500,— 33.000,— f 46 500,— middelbaar onderwijs, vijf leerlingen op den schildercursus en twee op den namiddag-cursus. Van de gunstige bepaling, dat leerlingen van den dag- cursus voor bouwkunde, kunstnijverheid en schildercursus kosteloos onderwijs op den winter-avondcursus kunnen ontvangen, werd gebruik gemaakt door negen leerlingen van de bouwkunde, drie van de kunstnijverheid en dertien van den schildercursus. Van de 15 leerlingen, die examen deden voor de acte- lager onderwijs slaagden 11. Van den cursus middelbaar onderwijs werd door één manneltfken leerling met gunstig gevolg het examen voor de acte lager onderwijs afgelegd. Van de 18 leerlingen, die examen deden voor de akte Ma, slaagden twee vrouwelijke en drie mannelijke leerlingen. Aan het aanvullings-examen voor deze acte hadden zeven leerlingen deelgenomen, van wie drie slaagden. De akte M6 werd behaald door één van de drie mannelijke leerlingen, die zich daarvoor aan het examen hadden onderworpen. Voor de akte Mfc werd door één vrouwelijke leerling met gunstig gevolg examen afgelegd. De leerling, die examen deed voor de akte 0., boetseeren, slaagde echter daarin niet. De Academie verloor den leeraar J. J. Aarts wegens zijne benoeming tot hoogleeraar aan de Rijks Academie van Beeldende Kunsten. Aan een niet minder verdienstelijken leeraar, J. J. Gort, werd op zijn verzoek eervol ontslag verleend. In zijne plaats werd voorzien door de benoeming van den Heer H. van der Kloot Meyburg, die van tijdelijk tot vast leeraar in de bouw’kunde werd aangesteld. De leeraar W. Grondhout, die aanvankelijk met den leeraar A. F. W. Nepveu tjjdeljjk was belast met de lessen van den Heer Aarts, werd met ingang van September 1911 benoemd tot tydelyk leeraar in pleister- en stilleven-teekenen. De vorming van eene achtste afdeeling der eerste klasse van den winteravond-cursus werd noodzakelijk. De Heer A. G. Pont werd als tijdelyk leeraar met het onderwijs in die afdeeling belast. De Academie genoot de volgende subsidies: van het Rijk de provincie Zuid-Holland gemeente ’s-Qriivenhage Te zamen VERSLAG OMTRENT HET MIDDELB. ONDERWIJS. I I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1055