B i f 36 13 en Leeraren. 2e. 4 10 3 4 16 B 8 leerlingen. 5 f fl Bij den aanvang van het verslagjaar was Mejuffrouw A. G. van Manen lang.en tijd wegens ziekte verhinderd onderwijs te geven. Hare lessen werden waargenomen door den leeraar W. Reindersma. In het begin van September 1311 overleed na langdurige ziekte de leeraar in de wis- en natuurkunde. Dr. A. Aalderink. Aan den Heer Dr. G. Postma werd op 1 November 1911 eervol ontslag verleend als leeraar in plant- en dierkunde, wegens zijne benoeming tot leeraar aan het Gymnasium alhier. Tot zijn opvolger werd aangesteld de Heer Dr. E. Reinders. Wegens uitbreiding der school met een vijfde klasse werd voorts tot leeraar benoemd de Heer W. Veldhuis, werktuig kundig ingenieur. in de 6 leerlingen. 11 3e klasse 4 jongens, 2 meisjes, totaal I n Te zamen in den loop van den cursus 1910—1911 volledig onderwijs gegeven in de 3e klasse aan 4e Te zamen 10 terwijl bovendien in de derde klasse één meisje enkele lessen volgde. Bij het einde van dien cursus hadden de school verlaten uit de derde klasse twee jongens, alsmede bovenbedoelde toehoorderes, zoodat waren overgebleven «-» i_iir*-1 4e 4 1 Te zamen 8 3 van wie bevorderd werden uit de: 3e klasse naar de 4e klasse 3 jong., 2 meisj., totaal 5 leerl. 4e 5e. 4 1 5 Toegelaten werden tot de 3e klasse 9 jongens en 2 meisjes, alsmede één mannelijke toehoorder. Waar de mannelijke leerling van de derde klasse, die niet bevorderd was, bij den aanvang van den nieuwen cursus niet meer op school teruggekomen was, begon derhalve de cursus 19111912 in de: 3e klasse met 4e 5e 9 jongens, 2 meisjes, totaal 11 leerlingen, n 2 „5 5 21 één mannelijke leerling voor enkele lessen. Elke klasse ontving één uur per week onderricht in gymnastiek, één mannelijke en twee vrouwelijke leerlingen werden van het volgen van gymnastiek-onderwjjs vrtfgesteld. Het schoolgeld bedraagt per leerling f 250, 6 jongens, 2 meisjes, totaal i 3 46 VERSLAG OMTRENT HET MILDELB. ONDERWIJS. n 5» M 5 1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1066