I
37
40
wénschen over” met de toevoeging: „wat niet uitsluitend
aan het personeel te wijten is”.
Uitgezonderd de 12de Afdeeling, die jaarlijks een verslag
indient over de resultaten van het onderwijs in haar ressort,
welk verslag hieronder in zijn geheel volgt, maken de sub
commissies geen gewag van genomen proeven, op grond
waarvan zij tot haar oordeel zyn gekomen.
Het verslag der sub-commissie in de 12de Afdeeling vinde
hier ten slotte eene plaats:
„De handelwijze, die onze sub-commissie, het vorige jaar
volgde, om zich eenigennate nauwkeurig op de hoogte te
stellen van de „resultaten van het onderwijs” by de leerlingen
der hoogste, van burgerscholenop één na de hoogste
klasse van de onder haar toezicht geplaatste inrichtingen,
bracht zij ook dit jaar in practyk.
Liet zy toen op sommige dier scholen de zooeven bedoelde
leerlingen een gedeelte uit een bibliotheek- of gewoon
school-leesboek, dat zij nog niet onder de oogen hadden
gehad, onvoorbereid voorlezen, nu herhaalde zy die proef
op alle scholen.
Het is haar een waar genoegen, te kunnen verklaren,
dat haar oordeel ten opzichte van geen enkele school behoefde
te luiden: onvoldoende.
En die waardeering betrof dan zoowel het verstaan van
het gelezene, als de voordracht.
Het taalwerk, opstellen, dictees, andere taaloefeningen,
(onze sub-commissie gaf deze maal geen proefwerk op), kon
over het algemeen voldoende heeten. Op meer dan eene
school werd in zake opstellen die voor ons het schibboleth
eener school blijven heel wat bereikt.
Minder goed was het gesteld met de uitkomsten van ons
meer opzettelijk onderzoek naar het vak: rekenen.
Er werden vier sommen, waaronder één eenvoudige, zooge
naamde vormsom, opgegeven, waaraan de leerlingen, onder
toezicht van hun onderwijzer, in ons byzijn gedurende l'/i
a 2 uren konden werken.
Vooraf liet een onzer, nadat hy een som op het bord
geschreven had, die door een of meer leerlingen goed
t-
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.