K
I
37
42
R>'
leertijd, doordat lo. de namiddagschooltijden verkort zyn van
l'/24 tot 24 uur; 2o. de godsdienstles onder de school
uren kwam3o. de gewone schooltijden Woensdag en Zaterdag
reeds om ll’/z uur moeten eindigen, ontbreekt daartoe tegen
woordig de tijd. Hetgeen er den laatsten tijd aan gedaan
kon worden, is onbeduidend. Van Hoombeekstraat 5: In de
klassen 15 wordt onderwys in slöjd gegeven (kleiarbeid
in klasse 1—3 en cartonnage in klasse 3—5). Dit onderwijs
wordt als leervak beschouwd. In het leerplan is het opge
nomen onder het vak: natuurkennis. Hoef kade 99: Als
leervak en leervorm beide. Het onderwijs in handenarbeid
komt ondanks alle inspanning niet meer zoo tot zyn recht
als in vroegere jaren, toen het door een vakonderwijzer
gegeven werd. Herstel van den vroegeren toestand wordt
ernstig verzocht. Hemsterhuisstraat 2d: Op Woensdagmiddag
geeft de onderwijzer R. A. Tjerkstra les in slöjd (karton-
arbeid) als leervak aan 10 jongens, gekozen uit de hoogste
drie klassen. Nieuwe Havendwarsstraat 4: Een 2O-tal leer
lingen der hoogste vier klassen volgen des Dinsdagsmiddags
van 24, wanneer de meisjes handwerken hebben, een
cursus in eartonslöjd met zeer goede resultaten.
Wij merken hierby op, dat deze cursus door het College
van B. en W. nog steeds als proef wordt beschouwd. In
het Verslag over 1910 schreven wy: „Een gedetailleerd
verslag over de resultaten wordt tegen het begin van het
nieuwe jaar door het College van B. en W. tegemoet gezien.”
12 Januari 1912 antwoordden B. en W. het hoofd der
openbare lagere school aan de Nieuwe Havendwarsstraat 4,
dat zij, naar aanleiding van het verslag door genoemd hoofd
den 27sten October 1911 (dus niet zooals B. en W. hadden
gewenscht „in het begin van het nieuwe jaar”) uitgebracht,
den cursus in handenarbeid aan zijne school ook voor het
jaar 1912 hadden verlengd en wel op denze.lfden voet en
onder dezelfde voorwaarden als vervat waren in het aan
hem gericht schrijven van 30 Maart 1909.
Vóór 31 Januari 1913 zien B. en W. wederom een verslag
tegemoet omtrent den toestand van bedoelden cursus, ten
einde te kunnen beoordeelen, of verlenging daarvan wensche-
lijk is, ofschoon het hoofd in 1910 reeds kon rapporteeren, dat
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
I