37
I'
H
f
98
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
II. Onderwijzend Personeel,
het winterhalfjaar op 4 avonden per week school gehouden,
voor de meisjes van 6 tot 8 uur, voor de jongens van 7 tot 9.
Onder de hoofden der Herhalingsscholen had gedurende
dezen cursus geen verandering plaats, by de onderwijzers
en onderwijzeressen kwamen eenige wijzigingen voor.
Het hoofd der school zorgt voor den geregelden gang van
zaken. Hij heeft de algemeene leiding van ’t onderwys, houdt
toezicht op het komen en gaan der leerlingen, int het school
geld, werkt met de leerlingen, die door verzuim of andere
oorzaken achterraakten of die door tusschentijdsche opname
nog niet voldoende met de klasse konden meekomen. Hij
vervangt in eene vacature of werkt in de klasse van een
afwezigen onderwijzer, controleert de vorderingen der leer
lingen en correspondeert met ouders of patroons, wanneer
daartoe aanleiding bestaat. Verder heeft hy de zorg voor
de bibliotheek en voor de leermiddelen en verleent bijstand,
waar dit noodig blijkt, o.a. volgens een der verslagen bij
het kookonderwys.
In een paar gevallen heeft het hoofd zelf eene vaste
klasse, een ander geeft het eerste uur van eiken avond les
of twee avonden per week, een volgende heeft het onderwys
in Fransch in de hoogste klasse in handen. Vooral by
tijdelijke aanstelling of by wisseling van personeel wordt
de leiding van het hoofd steeds vereischt. Waar echter een
goede geest en een vriendschappelijke verhouding tusschen
alle leden van het personeel heerscht, waar ieder zijn plicht
betracht, waar, vacatures weinig of niet voorkomen, zyn
geen bijzonderheden omtrent de vervulling van de taak
van het Hoofd te vermelden. Daar gaat het werk rustig,
ongestoord voort. Opmerking verdient, dat het Hoofd van
een der Herhalingsscholen, tevens klasse-onderwijzer aan
eene dagschool, omtrent de taak van het Hoofd schrijft, nadat
hij vermeld heeft, dat zjjne Herhalingsschool in 3 jaartyds
van 50 tot 150 leerlingen is geklommen en dat ’t aantal
leervakken is uitgebreid„De ondergeteekende moet hieraan
toevoegen, dat hy onmogelyk tot zoo’n krachtsontwikkeling