f
37
123
's-Gravenhage 8 April 1911.
No. 1373.
OnderwerpBouwplan bur
gerschool in Wijk VII.
1
De Plaatselyke Commissie van Toezicht op het Lager
Onderwijs heeft bij deze de eer, op grond van het door
haar bij hare hygiënisch-technische Sub-Commissie inge
wonnen prse-advies, Uw College aangaande het door U bij
missive No. 3227/34, Afd. O. Wu d.d. 7/10 Maart 1911, te
onzer beoordeeling toegezonden bouwplan eener burger
school in Wyk VII, het volgende te berichten.
De Commissie hecht hare goedkeuring aan de ligging der
school, hoewel deze onmiddellijk aan de straat grenst. Daar
dit evenwel een stille straat zal worden en de leslokalen
achter op de speelplaats en op het Z. O. uitzien, is dit geen
overwegend bezwaar. Het behouden eener zoo groot mogelijke
speelplaats moet allereerst op den voorgrond staan.
De Commissie heeft echter de eer te wijzen op de missive
van den Heer J. A. Lindo, Directeur der gemeentewerken,
d.d. 30 Mei 1910, No. 3570, Onderwerp: Ventilatie Openbare
Scholen, wraarvan Afschrift in ons Archief berust, en wel
op de laatste alinea, welke luidt:
„Ik heb de eer, Uw College in overweging te geven, mij
te machtigen, by genoemde school (bedoeld is hier de school
aan de Kepplerstraat) en verder te bouwen nieuwe scholen,
voor zoover de bouw daarvan nog niet is aangevangen of
de bestedingsstukken gereed zijn, overeenkomstig het boven
staande, zoowel wat de luchtopening als de ramen betreft,
te handelen.”
Er is derhalve geen reden, by het bouwplan dezer school
anders te handelen dan bij het voor de school aan de Kepp
lerstraat goedgekeurde plan. De Commissie vertrouwde dan
ook, dat Uw Directeur der Gemeentewerken, op grond van
het bovenstaande, de aangegeven bouwwijze zoude volgen,
te meer, daar Uw College in zijne missive No. 6761/77 Afd.
O. W.n d.d. 23/27 September 1910 ons meldde: „Wij kunnen
hieraan de mededeeling toevoegen, dat wy ons vereenigd heb
ben met het aan het slot van gezegd Rapport gedaan voorstel”.
Op het bouwplan evenwel staat de geheele opzet van het
J
I
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
i