38 2 werd op haar verzoek overgeplaatst naar de school aan de De Gheynstraat; haar plaats aan de Duinstraat werd inge nomen door het nieuw benoemde hoofd Mej. S. J. Haas. Slechts 2 onderwijzeressen verlieten dit jaar na eervol ontslag van Burgemeester en Wethouders hare betrekking. Het waren de dames A. A. van Lienden en H. Wijnstok. Mej. van Lienden werd benoemd tot onderwijzeres aan een Gemeentelijke voorbereidende school te Amsterdam. Mej. H. Wijnstok vertrok als hoofd eener Gemeentelijke bewaar school eveneens naar Amsterdam. Met genoegen vernam de Commissie, dat Mej. van Lienden sedert ook tot hoofd eener Gemeentelijke Bewaarschool te Amsterdam is benoemd. Hoewel er weinig onderwijzeressen vertrokken, waren toch de mutaties op de scholen zeer talrijk. De verschui vingen werden veroorzaakt, doordat aan de nieuwe scholen onderwijzeressen van den len rang moesten worden benoemd bovendien waren de plaatsen te vervullen van de 2 onder wijzeressen van dien rang, die vertrokken waren naar Amsterdam en van de twee die benoemd waren tot hoofd eener school in deze Gemeente, te zamen dus 13 nieuwe le onderwijzeressen. In dit verband z(j het der Commissie vergund er op te wijzen, hoe gelukkig het geweest is, dat er bij het Bewaar- schoolonderwijs nog twee rangen bestaan. Was dit niet het geval geweest, dan hadden de nieuwe scholen moeten worden geopend grootendeels met ongeschoold personeel; nu kon elk der scholen beginnen met een staf van geoefende onder wijzeressen, die mede zullen kunnen bedragen tot de ont wikkeling der zeer jeugdige meisjes, die tot onderwijzeres van den 2en rang moesten worden aangesteld. Uit den aard der zaak toch was het noodig zooveel nieuwe krachten in het werk te stellen (1° om de vacante plaatsen van le onderwijzeres te vervullen, 2° om de plaatsen aan de nieuwe scholen te bezetten), dat ook aan de jongste bezitsters van de acte eene klasse werd toevertrouwd. De lijst van benoem baren voor de betrekking van onderwijzeres van den 2en rang is op dit oogenblik zoo goed als uitgeput. Ook dit jaar liet de gezondheidstoestand van het personeel veel te wenschen over. In 1908 moest, behalve de gewone ziekteverloven van enkele dagen en weken, aan 15 onder wijzeressen te zamen 44'/2 maand ziekteverlof gegeven wordenin 1909 aan 13 onderwijzeressen te zamen 40 maanden en in 1911 aan 20 onderwijzeressen te zamen 50 maanden. Een der oudere onderwijzeressen (sedert overleden) verzuimde ongeveer het geheele jaar wegens ziekte. Over den arbeid, de vlijt en de geschiktheid van de onderwijzeressen waren ook in het voorgaande jaar de hoofden VERSLAG BEWAARSCHOO1,-ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1403