39 2 Werkzaamheden der Commissie. M. M. Couvée Jr. directeur van den Koninklijken Bazar; B. van der Esch, leeraar aan eene Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, lidsecretaris van de Plaatselijke Commissie van Toezicht op het Lager Onderwys. K. ter Laan, lid van den Gemeenteraad, oud-directeur van den Gemeentelijken Handelscursus te Delft; Mr. H. J. M. de Vries, agent van de Nederlandsche Bank; R. Winkel, chef de bureau ten kantore van de Firma Ph. Simons Co., voorzitter van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoorbedienden „Mercurius”, H. Hijmans, archivaris van de Eerste Nederlandsche Ver- zekerings-Maatschappy op het leven en tegen Invaliditeit, secretaris. In verband met de vermeerdering van kosten, welke hare uitbreiding voor de Commissie veroorzaakte, werd krachtens Raadsbesluit van 14 Augustus 1911 de Verordening, regelende haar samenstelling en inrichting, zoodanig gewijzigd, dat het haar jaarlijks toegestane crediet, met ingang van 1 Januari 1911 geacht werd te zyn verdubbeld. Gedurende 1911 werd de Commissie elf malen door haren Voorzitter in vergadering bijeengeroepenmeermalen woonde de Directeur van den Handelscurcus op verzoek van den Voorzitter een Vergadering gedeeltelijk by. Het Schoolbezoek, dat by voortduring hooge eischen bleef stellen, kon ten gevolge van de uitbreiding van het ledental op gemakkelyker en doeltreffender wijze plaatsvinden. Naast de zaken, den Handelscursus meer uitsluitend rakende, vroegen ook gedurende 1911 andere handels-ouderwys-aan- gelegenheden de aandacht der Commissie. Een uitvoerig rapport inzake oprichting van een middelbare Dag-Handelsschool te ’s-Gravenhage werd aan Burgemeester en Wethouders uitgebracht. Met het Bestuur van de ’s-Gravenhaagsche Winkeliers- vereeniging werd ernstig overwogen, op welke wijze het beste te voorzien ware in de behoefte aan gelegenheid tot het ontvangen van minder diep gaand en zuiver op de praktyk gericht onderwys in handels we ten schappen voor z.g. middenstanders, in welke behoefte de door die vereeniging georganiseerde cursussen niet op voldoende wijze bleken te kunnen voorzien. Genoemd bestuur deed zich op uitnoodiging van den Voorzitter in een Vergadering van de Commissie, waar deze aangelegenheid ter sprake kwam, vertegen woordigen, een en ander met het resultaat, dat bij adres van 22 Juli 1911 door den Bestuurdersbond van Middenstands- VERSLAG GEMEENTELIJKEN HANDELSCÜRSÜS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1412