41
I
:r
Het onderwijs. Er wordt getracht de leerlingen dezer school
zoover te brengen, dat zy later in staat zullen zijn een
eenvoudige betrekking te vervullen, een eenvoudig hand
werk uit te oefenen. Daartoe is noodig:
dat zjj leeren om een eenvoudig stuk in druk- of schrijf
letters te lezen en te begrijpen;
dat zij zich in behoorlijken vorm zonder te grove fouten
schriftelijk leeren uitdrukken;
dat zij met niet te groote getallen, de hoofdbewerkingen
leeren toepassen op eenvoudige vraagstukjes, zooals de
maatschappij hun waarschijnlijk later zal voorleggen;
dat zij vooral met de getallen beneden 100 zeer vaardig
uit het hoofd leeren rekenen;
dat zy hunne meestal groote onhandigheid tengevolge
van onvoldoende beheersching hunner spieren afleggen, en
leeren om al hun werk netjes en zoo correct mogelijk af
te leveren.
Uit de leerstof der gewone lagere school wordt daarom
gekozen, wat als een afgerond geheel in den leertijd van
zes jaren het eigendom van de kinderen kan worden. Die
leerstof wordt zooveel mogelijk concreet behandeld. Alleen
datgene wordt genomen, wat praktisch nut heeft; door
veelvuldig en in anderen vorm herhalen, wordt de stof zoo
ingeprent, dat de leerlingen er geheel de beschikking over
krijgen. Het fröbel- en gymnastiekonderwijs, het onderwijs
in teekenen en handenarbeid beoogen vooral de oefening
van zintuigen en spieren en het verkrijgen van praktische
handvaardigheid.
Door consequente toepassing van tuchtmaatregelen, door
steeds te waken voor orde en netheid, door het opwekken
en onderhouden van lust tot arbeid, door vertellingen met
zedekundige strekking, wordt getracht mede te werken tot
verheffing van het zedelijk gevoel der leerlingen, tot onder
drukking van anti-sociale neigingen.
Inlichtingen van algemeenen aard.
VERSLAG over het j aar 1911 van de Buitengewone School
voor Lager Onderwijs (school voor zwakzinnigen)
aan de Teniersstraat 74 te ’s-Gravenhage.