I 41 I VERSLAG School zinnigen) Inlichtingen van al gem ee nen aard. Het onderwijs. De voornaamste grondstellingen, welke by het onderricht gelden, zijnhet onderwijs zij zoo veel mogelijk concreet, het zij zooveel mogelijk praktisch en zooveel mogelyk individueel. Daarby wordt door voortdurend herhalen en inprenten getracht de leerstof het eigendom der kinderen te doen worden. Die leerstof vormt een afgerond geheel en beperkt zich tot het allernoodigste, evenwel zóó, dat de leerlingen, die de school doorloopen hebben, zich in het dagelijksch leven zullen kunnen redden. Het doel is, de kinderen zoover te brengen, dat zy by het verlaten der school een eenvoudig stukje lezen en begrijpen; dat zy in de getallenruimte 11000 met geheele getallen rekenen; de dagelijks gebruikt wordende maten en gewichten kennen; zich met geld kunnen helpen en in staat zyn een eenvoudig briefje zonder grove fouten te schryven. Vooral worden veel tyd en moeite besteed om de hand vaardigheid in praktische richting te oefenen. In ’t algemeen neemt de lichamelyke ontwikkeling een voorname plaats in by dit onderwys. Meer nog dan op gewone scholen wordt de aandacht aan de zedelijke opvoeding gewijd en wordt zin voor orde en netheid aan gekweekt. Klasse-indeeling. Op 15 December 1911 is een nieuwe klasse opgenomen, waardoor de school op dat tydstip 4 klas sen bevatte, t. w. een 6e leerjaar, een 4e leerjaar, een 3e leerjaar en een le leeijaar. Leerplan, leervakken. In het leerplan zyn de volgende leervakken opgenomen: lezen, schryven, rekenen, Neder- landsche taal, geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkennis (zaakonderwys), zingen, teekenen, gymnastiek, nuttige hand werken, handenarbeid (slöjd). Algemeen vormend onderwys staat bij elk vak op den voorgrond. Per week wordt 21 uur les gegeven, ’s Morgens is tusschen de lessen ’/a uur pauze; de middagschooltyd wordt onder- over het jaar 1911 van de Buitengewone voor Lager Onderwijs (school voor zwak- aan de Badhuisstraat 79a te Scheveningen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1454