I;
s
I
i
42
i
I'
2
R
De tydelyke aanstelling van Mej. E. van Dantzig tot onder
wijzeres in spreken is met een jaar verlengd.
Wat den uitslag der toelatings- en overgangsexamens
betreft, zij verwezen naar het Verslag, uitgebracht door den
Directeur van den Cursus, (bijlage 54c van het Gemeente
verslag). üit dit verslag blykt verder, dat de 105 leerlingen
van den Cursus (1 Dec. 1911) als volgt over de verschillende
klassen verdeeld zyn:
Afd. A le kl. 21; 2e kl. 24; 3e kl. 20; 4e kl. 15.
Afd. B le kl. 13; 2e kl. 12.
Verleden jaar (1 Dec. 1910) waren die getallen:
Afd. A le kl. 18; 2e kl. 20; 3e kl. 14; 4e kl. 15.
Afd. B. le kl. 19; 2e kl. 14; totaal 90.
Deze getallen wijzen uit, dat er nog al wat leerlingen
direct in hoogere klassen w’erden toegelaten, hetgeen naar
het oordeel van den Directeur: „in den regel het bezwaar
heeft, dat de candidaten voor vakken als gymnastisch spel,
fröbelleer, teekenen en zang moeten worden bygewerkt.”
Toch moet naar het oordeel van de Commissie geconstateerd
worden, dat by vele van de meisjes, die op lateren leeftyd
op den Cursus zijn gekomen, heel wat beschaving en ontwik
keling werd aangetroffen. In den regel toch waren het
kinderen uit beschaafde gezinnen, ze hadden geregeld
onderwys genoten, soms op scholen voor uitgebreid lager
onderwys, een enkele maal op inrichtingen tot opleiding van
onderwijzeressen by het Lager Onderwys.
Vele candidaten voor de le klasse meldden zich eerst aan
langen tijd, nadat zy de lagere school hadden verlaten, zonder
het daar geleerde te hebben onderhouden. Dat dit het geval
is, moet zeer zeker betreurd worden, te meer nog, omdat
de Gemeente in dit opzicht niet in verzuim is: door het
inrichten van vervolgklassen aan enkele lagere scholen heeft
zy voor elk de gelegenheid geopend voortgezet onderwijs
te genieten tot het 13e en 14e levensjaar. Wel is waar blijft
er een kleine gaping, doordat de leerlingen soms slechts
13 jaar oud zyn als ze aan het eind van de veertiende
klasse zyn gekomen; terwyl de Cursus een leeftyd van 14
jaar eischt. De Commissie meent echter, dat er drie manieren
zyn om deze gaping te overbruggen:
lo. het inrichten van een voorbereidende klasse aan den
Cursus voor Bewaarschoolonderwyzeressen.
2o. het toelaten tot den Cursus mogelyk te maken op 13
jarigen leeftijd.
3o. (en deze manier kan reeds direct toegepast worden)
de meisjes te verplichten in de vervolgklassen te blyven,
teneinde het daar geleerde te herhalen en te onderhouden.
Waar de Commissie gaarne uiting gaf aan haar tevreden-
I
VERSLAG GEM. CURSUS BEWAARSCHOLEN.