I
45
I
8
Rekenen.
Vele candidaten hadden flinke en mooie letters gemaakt.
Hoofdletters en cijfers waren over het algemeen minder mooi.
K.M.
H.A.
d.L.
Over het algemeen was de schriftelijke oplossing der vraag
stukken (eenvoudige percentrekening, bewerkingen met ge
wone en tiend, breuken) goed.
Toch moest nog aan ongeveer een vyfde deel der candidaten
een onvoldoend cijfer toegekend worden.
Het bleek, dat velen den gewonen vorm van een nota
niet kenden.
Bij het mondeling examen gaven de candidaten over ’t
algemeen blijk van vaardigheid in het oplossen van een
voudige vraagstukken uit het hoofd. Opmerkelijk was het
vrij algemeen gebrek aan voldoende kennis van het Metriek
Stelsel.
Het inzicht in het verband tusschen maten en gewichten
ontbrak b(j velen.
Ook liet het uitwerken van opgaven als:
0.5 dM.
0,175 cA.
0,03 S.
veel te wenschen over.
1
KENNIS DER NATUUR.
(a. Plant- en dierkunde.)
Over ’t algemeen waren de resultaten van dit examen
minder uitéénloopend dan die van het vorige jaar. De vragen
liepen ongeveer over dezelfde onderwerpen.
Het viel den candidaten van dit jaar gemakkelyker dan
die van vorige jaren, aan verschillende dieren de plaats aan
te wijzen in het dierenrijk.
Met planten liet dit in de meeste gevallen alles te
wenschen over.
Bij vernieuwing struikelden velen over punten als de
volgende:
Het zenuwstelsel in het algemeen genomen, als uitgangs
punt voor gevoel en beweging, overeenkomst en verschil
tusschen plant en dier, verschil tusschen wortel en stengel
en dus ook overeenkomst bij uiterlyk verschil, tusschen
onderaardsche en bovenaardsche stengels, verschil tusschen
- vrucht en zaad.
Bij de ruim 8 °/0 onvoldoende candidaten in 1910 bedroeg
dit ruim 12 zat slechts namenkennis voor en kwam
in de antwoorden weinig of niets zakeiyks voor den dag.
VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS.
l