45 15 I Spelen. De opgave, voor dit deel van het examen den candidaten gegeven, luidde: „Schrijf vijf spelen op, welke ge goed kent. Begin het spel, u aangewezen, den kinderen te leeren”. Platen en andere hulpmiddelen stonden den candidaten ten dienste. De Sub-Commissie lette bij de beoordeeling voornamelijk op: leertoon; opstelling der klasse; verklaring van tekst en inhoud; wijze van aanleeren en uitvoering. De toon van enkele candidaten was zeer beschaafd, blij, kundige les” wat zoo licht gebeurt, waar de moraal wat al te sterk belicht wordt. Over ’t algemeen werden de vertellingen beschaafd voor gedragen. Sommige candidaten echter waren niet vrij van dialect. Het „rad” en ook het „eentonig” spreken bemoei lijkten nog al eens ’t luisteren naar en ’t volgen van de vertelling. De taal, waarvan de candidaten zich bedienden, viel wel binnen de bevatting der leerlingende goede verteltoon werd echter nog vaak gemist. De Commissie kreeg den indruk, dat vele candidaten „den goed doorgelezen inhoud in eenvoudigen vorm weergegeven” te veel als „de” voorwaarde beschouwen voor de goede wijze van vertellen. Weinigen „leefden” de geschiedenis in die mate „in”, dat de leerlingen ook er in konden medeleven. Zelden toch kwam het tot 't weergeven van een stukje naïef kinderleven. Is de Commissie zich bewust, dat de vertelling in dit op zicht een zwaren eisch stelt, ze is ook overtuigd, dat de beoefening van het uitbeeldend element, voor allen tot een goed resultaat zal kunnen leiden; en dat de aantrekkelijk heid en de waarde van de vertelling er door zullen winnen. Hoewel de Sub-Commissie dezen eisch bij de beoordeeling niet overwegend deed gelden, meent zij toch, dat de aan dacht der candidaten gevestigd mag worden op deze eerste voorwaarde voor een „pakkende” vertelling. Betreffende „de illustratie door ’t woord of anderszins” kan in verband met ’t bovenstaande worden verklaard, dat nog maar weinigen de kunst van het eerste verstaan; de enkelen, die door teekening hare vertelling poogden te illu- streeren, zagen zich door een mislukt verhaal teleurgesteld. Ten slotte zij vermeld, dat slechts bij een deel der candi daten de vertelling zoodanigen invloed had op de leerlingen, dat dezen door opmerkingen of andere uitingen blijk gaven van hunne gespannen belangstelling en hun „meeleven”. VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1480