L -
45
i
18
I
PAEDAGOGISCH OPSTEL.
2—3*/,.
De kleine hond springt op hem toe;
Piet is zijn moed vergeten,
Loopt naar zijn Moe, roept snikkend uit:
„Hy heeft ons opgegetenl”
„Kruip weg, kruip weg, kruip achter mij,
„Ik zal je wel beschermen,”
Zegt kleine Piet tot zusje Leen,
„Maar je moet niet zoo kermen.”
Het mondeling en practisch examen voor de akte B werd
afgenomen 28, 29 September, in de Bewaarschool aan het
Vaillantplein en op 2, 3, 4 en 5 October in die aan de
’s-Gravenzandelaan, te ’s-Gravenhage.
Geëxamineerd werd in de vakken
a. Lezen en Letterkunde; b. Schoolhygiënec. Zingen en
Spreken; d. Paedagogiek en Fröbelleer; terwyl elke candidate
met een klasse leerlingen moest fröbelen, spelen en een
vertelling behandelen. Ook moesten de candidaten een teeke-
ning maken op het zwarte bord.
Voor het lezen, zingen en spreken en voor de practische
vakken kregen de candidaten gedurende 10 minuten gelegen
heid zich voor te bereiden.
Het examen gaf aanleiding tot de opmerkingen, die hier
volgen, waarbij tevens gevoegd zijn eenige opgaven voor en
opmerkingen over het mondeling en practisch gedeelte.
Het hondje blaft; zus Leentje vlucht,
Piet schudt de kleine vuisten,
En roept: „Als jij mijn zusje bijt,
„Pak ik je in mijn knuisten.”
Naar keuze:
1. Wat is de waarde van schoolfeestjes?
2. Toon door voorbeelden het verschil in behandeling aan
'van de bouwgaven in de verschillende klassen.
3. Maak een vergelijking tusschen de drie soorten van spelen
(vrij, halfgebonden en gebonden).
4. Maak voor een klasse nieuwelingen een voorloopigen
rooster van werkzaamheden en zet uiteen, waarom ge
dien zoo inricht.
B. De kleine held.
-<■ --
VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS.
i
v
B?