I
I
i
I
ft
45
Fröbelleer.
Fröbelles.
Daarvoor kregen- de candidaten o. a. een der volgende
opgaven, vergezeld van de noodige mondelinge toelichting.
Volgens het programma werd gevraagd naar:
De opvoedkundige waarde der verschillende speelgaven
van Fröbelhet onderling verband er tusschenwat er op
het gebied der Fröbelgaven voor nieuws is uitgekomen in
den laatsten tyd; leergang gevolgd bp het gebruik der gaven.
De punten 1 en 3 waren den meesten candidaten het best
bekend. Vragen als: Wat leert ge het kind door middel der
le gave? Waarom hecht men zooveel waarde aan de 2e
gave? Waar en waarom zijn gaven ingelascht? Is daarmede
het doel bereikt, dat men zich voorstelde? werden gewoonlijk
voldoende beantwoord.
Van het nieuwste op het gebied der Fröbelgaven hadden
vele candidaten wel hooren spreken, maar zij hadden het
niet gezien, nog minder er mede gewerkt en zich dus geen
oordeel kunnen vormen over het doelmatige der nieuwe
vindingen.
De kennis van het leven en werken van Fröbel was bij
enkele candidaten zoo oppervlakkig, dat zij zelfs den bekenden
naam „kindertuin" niet wisten te verklaren.
standelijke en zedelijke ontwikkeling, voorstellingen en
begrippen aanbrengen, denken, associatie, apperceptie,
werken op de fantasie, e. d., die de candidaten telkens te
pas brengen.
Verder werd gevraagda. naar de methode der verschil
lende bewaarschooivakken, b. naar de inrichting der school
en c. naar hetgeen deze kan doen om de lichamelijke en
geestelijke ontwikkeling harer leerlingen te bevorderen.
Bij de vragen van rubriek C moest de Sub-Commissie
constateeren, dat de candidaten voor de akte A meestal een
beter figuur maakte dan die voor de akte B.
Aan verscheidene candidaten werd gelegenheid gegeven,
om uit een of ander door haar gelezen opvoedkundig werk
iets mede te deelen. De meest gelezen boeken bleken te
zijnPaedagogische fragmenten van Ritter, de Zedelijke
Opvoeding van I. Kooistra, Paedagogische Opstellen van
J. Ligthart.
Tegenover enkele candidaten, die er in slaagden inhoud
en strekking van een of andere schets (of hoofdstuk) behoorlijk
weer te geven, stonden tal van andere, bij wie zoo goed als
geen spoor der genoten lectuur was achtergebleven.
25
VERSLAG BEWAARSCHOOLrAKTE-EXAMENS.