I
45
December 1911.
De Gemengde Commissie voor Bewaarschool-
akte-examens voor de Gemeenten Rotterdam
en ’s-Gravenhage, voor het jaar 1911.
De Secretaris,
K. BAARS.
De Voorzitter,
J. VELTHUISEN.
voor, zelfs die, welke by de jongste leerlingen bekend zyn.
Van dezen hoorden examinatoren niet anders dan: „Ziet
maar naar mij, wat ik doe”; of: „Doet eens zooals ik”, wat
natuurlijk aanleiding gaf tot een gedachteloos nadoen der
bewegingen. Ook waren er enkele candidaten, die even den
kinderen de plaat toonden, waarop het bedrijf werd voor
gesteld, bespraken terloops de uitgebeelde werkzaamheden
en begonnen dan dadelijk een couplet te zingen. Dan werd
er gevraagd: -Waarom heb ik gezongen?” of: „Wat moeten
we doen onder het zingen?” om daarna het couplet nog
eens over te zingen, het telkens onderbrekende om te zeggen,
welke bewegingen er moesten worden uitgevoerd. Van een
geregeld spel was bij dezen geen sprake.
Sommige candidaten leerden de bewegingen flink en krachtig
aan en lieten ze evenzoo, door de kinderen, uitvoeren.
Aan het verbeteren van fouten werd door enkelen in het
geheel niet gedacht. Verschillende fouten werden somtijds
niet eens .opgemerkt en waar zij wel werden opgemerkt,
achtte men het dikwijls niet noodig, deze te verbeteren.
Dezen speelden het spel vlug af, zonder er op te letten, dat
het spel aangeleerd moest worden. Anderen lieten de fouten
niet onopgemerkt voorbijgaan, maar verbeterden ze en
zorgden er voor, dat de uitvoering van het spel zoo correct
mogelijk was.
Door haar vriendelijken toon, correct voorbeeld, gepaste
opmerkingen en stipte uitvoering, hadden een vyftal candi
daten de kinderen prettig laten spelen en ze werkelijk iets
geleerd. Dezen spoorden de kinderen ook aan om mede te
zingen, zoo zij daartoe in staat waren, en deden niet zooals
enkelen, die den kinderen het medezingen verboden.
28
VERSLAG BEWAARSCHOOL-A KTE-EXAMEXS.
’s Gbav enhage,
Rotterdam,