Bijlage 52
TWEE EN VIJFTIGSTE VERSLAG van den toestand
der Academie van Beeldende Kunsten te
s-Gravenhage over 19101911.
De Raad van Bestuur der Academie van Beeldende Kunsten
heeft de eer U het 52e Verslag omtrent den toestand dezer
instelling over het afgeloopen dienstjaar aan te bieden.
Het aantal leerlingen bedroeg in het afgeloopen leerjaar
693, waarvan 568 mannelijke en 125 vrouwelijke. Van dit
aantal waren 247 (208 mannelijke en 39 vrouwelijke) nieuwe
leerlingen.
Van déze 693 leerlingen waren er 24 uit Scheveningen
en 57 afkomstig uit andere Gemeenten, te weten: 1 uit
Amsterdam, 1 uit Arnhem, 3 uit Bleiswjjk, 1 uit Breukelen,
8 uit Delft, 1 uit Dieren, 1 uit Dordrecht, 1 Uit Gouda, 2 uit
Groningen, 2 uit Leiden, 3 uit Leidschendam, 2 uit Loosduinen.
1 uit Middelburg. 1 uit Nijmegen, 1 uit 'Oegstgeest, 1 uit
Oost-Indië, 1 uit Oostburg, 1 uit Pynacker, 7 uit Rotter
dam, 4 uit Rijswyk, 1 uit Vlaardingen, 1 uit Vlissingen, 6 uit
Voorburg, 1 uit Wassenaar, 4 uit Zegwaard en 1 uit Zutphen.
Voor rekening van Academieleden volgden 14 leerlingen
den Winteravondcursus.
Aan verzoeken om gratis de lessen aan de Academie te
mogen volgen wordt, wanneer daartoe, na gehouden onder
zoek omtrent aanleg en onvermogen, termen bestaan, altijd
voldaan.
Kosteloos onderwijs genoten 20 leerlingen op den Winter
avondcursus, een viertal op den dagcursus voor Kunst
nijverheid, twee op den dagcursus voor Bouwkunde, vier
leerlingen op den cursus voor Middelbaar Onderwijs, vjjf
leerlingen op den Schildercursus en twee op den Woensdag
en Zaterdag namiddagcursus.
Van de gunstige bepaling, dat leerlingen van den dagcursus
voor Bouwkunde, Kunstnijverheid en Schildercursus, kosteloos
onderwijs op den Winteravondcursus kunnen ontvangen,
werd gebruik gemaakt door 9 leerlingen van de Bouwkunde,
3 van de Kunstnijverheid en 13 van den Schildercursus.
Aan den Onderwijzerscursus voor de acte Lager Onderwijs
werd deelgenomen door 17 (6 vrouwelijke en 11 mannelijke)