i 52 I' l 7 en dichterlijke opvatting, uit de Openbaring, Grieksche of Latynsche dichters of uit de Vaderlandsche geschiedenis, heeft de jury geen van de inzendingen de bekroning waardig gekeurd. Aan de tentoonstelling viel een vrij druk bezoek ten deel, waaronder ook dat van de Wethouders de heeren Simons en Verbroek, vertegenwoordigende het Dageljjksch bestuur der Gemeente. Aan den heer penningmeester, den heer N. H. Klaassen, werd in een der vergaderingen van den Raad van bestuur bijzondere hulde gebracht voor zijn voortreffelijk financieel beheer. Het Godon-fonds, waaruit de pensioenen van hetleeraars- personeel worden gekweten, zal binnen enkele jaren tot f 100.000 geklommen zijn en alsdan zal een begin kunnen worden gemaakt met uit de renten van het fonds, na aftrek der uit te betalen pensioenen, ook studiebeurzen te bekostigen. Daarby mag herinnerd worden aan een bij dat fonds behoorend kapitaal nominaal groot f42.800, waarvan thans nog vruchtgebruik genoten wordt. Ook het Hingst-fonds, waaruit bijzondere uitgaven worden gekweten, als voor aanmoedigingsprijzen en uitkeeringen aan het personeel dat buiten het Godon-fonds valt, is belangrijk vooruitgegaan. Bedroeg dat fonds bij het overlijden van den heer Hingst, die het aan de Academie vermaakte, in April 1907 f 10.000, thans is het reeds aangegroeid tot f 14.000 Deze Academiefondsen zyn te danken aan de belangstelling van particuliere zyde in deze onderwijs-inrichting. Mogen anderen er ook opwekking in vinden om die voorbeelden na te volgen en door een legaat mede te werken tot meerderen bloei van een instelling van onderwas die een machtigen invloed op de volksontwikkeling kan uitoefenen In de samenstelling van den Raad van bestuur hadden geene wijzigingen plaats. De Gemeenteraad benoemde wederom den heer Van Malsen uit zijn midden om het Gemeentebestuur in den Raad van bestuur te vertegen woordigen. Het leeraarspersoneel onderging de volgende verande ringen De Academie verloor den leeraar J. J. Aarts wegens zyn benoeming tot hoogleeraar aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten. In zijn brief van ontslag werd hem dank gezegd voor het onderwys aan de Academie gegeven. Een niet minder verdienstelijk leeraar verloor de Academie VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN. ■ii® J3i-i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1567