I I 55 1 S 5 I i ambtenaren van het gemeentelijk Bouw- en Woning toezicht) om in den feitelyken toestand van woningen eenige wijziging aan te brengen, opgravingen te doen plaats hebbep, vloeren te doen opnemen, het plaveisel op te breken ten einde zich op de hoogte te stellen van den toestand waarin riolen verkeeren, den inwendigen toestand van npiren, de oorzaken van het opstijgen van vocht uit den bodem, de gesteldheid van den bodem in het algemeen in verband met het peil van het grond water, en wat dies meer zij. In gemeenten, waar het gemeentebestuur de Gezond heidscommissie de bevoegdheid geeft, zich voor derge- lyke onderzoekingen te bedienen van den bijstand van gemeenteambtenaren, die wél bevoegd zijn om den toe stand van hetgeen van buitenaf niet zichtbaar is, te onderzoeken, doet zich dit bezwaar uit den aard der zaak niet of te nauwernood gevoelen. Waar b.v., als te Rotterdam, het gemeentelijk Bouw en Woningtoezicht met de Gezondheidscommissie op de meest welwillende wijze samenwerkt, heeft de Gezond heidscommissie steeds de beschikking over de noodige technische krachten die in de gelegenheid zyn, haarde vervulling van dit deel van haar taak mogelijk te maken. Intusschen, dergelyke bystand wordt den Gezondheids- commissiën door de Gezondheidswet allerminst gewaar borgd en bovendien zyn niet alle gemeentebesturen ge neigd eene samenwerking tusschen de Gezondheidscom missie en de bovenbedoelde ambtenaren toe te staan. Hier ter stede althans is namens het college van B. en W. in den Gemeenteraad door den Wethouder van Publieke Werken, Dr. Lely, de leer verkondigd, dat zoodanige samenwerking in strijd is met de strekking der Gezond heidswet. En die leer is door B. enaW. in daden om gezet, door aan de Gezondheidscommissie den vroeger by haar gedetacheerden ambtenaar van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht te onttrekken, en niet langer toe te staan dat de Gezondheidscommissie de bij haar inkomende klachten terzake van benadeeling der volks- VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1911 | | pagina 1576